Antwoorden

Opdracht 1

a. Bij chemische vertering worden de moleculen waaruit voedsel bestaat afgebroken tot kleinere moleculen die in het bloed kunnen worden opgenomen.

Bij mechanische vertering blijven moleculen waaruit het voedsel bestaat in stand.

b. Kauwen van het voedsel.

c. Enzymen uit het speeksel breken zetmeelmoleculen af tot maltose.

 

Opdracht 2

a. De kringspieren in de slokdarm trekken samen en voorkomen dat de bitterbal in de richting van mondholte beweegt. De peristaltische beweging is zo sterk dat de bitterbal toch in de maag komt.

b. Kringspieren trekken samen achter de voedselbrok en duwen die voedselbrok in de richting van de maag.

Lengtespieren ontspannen zich op de plaats waar de voedselbrok zich bevind. Er ontstaat ruimte waardoor de voedselbrok makkelijker kan bewegen in de richting van de maag.

 

Opdracht 3

C

Opdracht 4

1. Door het kauwen kan het voedsel makkelijker worden doorgeslikt. Doordat het voedsel wordt verdeeld in kleinere brokken kan het enzym uit het speeksel beter op het voedsel inwerken.

2. Plantaardig voedsel prikkelt de darmwand. Daardoor worden de peristaltische bewegingen krachtiger.

3. Mechanische vertering