De infectie wordt overgedragen via speeksel. Het gaat dan ook vrijwel altijd om een beet van een besmet dier, maar ook doordat een besmet dier iemand krabt of likt. Het virus dringt het lichaam binnen door wondjes of via de slijmvliezen (ogen, mond). Vleermuizen, wasberen, stinkdieren en vossen zijn hierbij meestal de boosdoener. Met rabiƫs besmette dieren zijn niet altijd te herkennen. Verdacht is het als een dier agressief en onrustig is, of als een dier dat normaal in het wild leeft abnormaal tam is.