Dieren die in groepen leven, moeten worden geïsoleerd om de verspreiding van de virussen in te dammen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat niesziekte ook via de handen en kleren kan worden overgebracht. Ernstig zieke dieren moeten worden opgenomen en behandeld: ze krijgen een infuus, worden geholpen bij het eten (een kat die afvalt heeft minder weerstand), krijgen pijnstilling, neusspoelen/dampen. Bij acute niesziekte kunnen antibiotica gegeven worden (oogzalf, neusdruppels en tabletten) om de bijkomende bacteriën te doden.