preventie

In Nederland wordt standaard tegen kattenziekte gevaccineerd en komt de ziekte relatief weinig voor. Vaccinatie is zeer belangrijk om weerstand op te bouwen tegen kattenziekte. Vaccinatie met een verzwakt-levend virus geeft direct bescherming. Na 3 dagen is deze bescherming optimaal. Bij kittens die gevaccineerd worden, kunnen de antilichamen uit de moedermelk er voor zorgen dat het vaccin niet werkt. Hoe lang de moedermelk beschermt, is onder andere afhankelijk van de weerstand (vaccinatiestatus) van de poes en of het kitten de eerste uren van het leven goed heeft gedronken bij de moeder. In Nederland wordt standaard gevaccineerd op 9 weken leeftijd en daarna elke 3 jaar. Bij twijfel kunnen extra vaccinaties worden gegeven.