We kunnen een dier met kattenziekte behandelen, maar er zijn geen geneesmiddelen tegen het virus zelf. Elke patiƫnt zal het virus zelf moeten overwinnen. De kans op herstel is afhankelijk van de ernst van de ziekte, de conditie van de kat en de kwaliteit van de zorg. De behandeling is symptomatisch: middelen tegen braken, vloeistoftherapie (infuus), bloedtransfusies, dwang-/enterale voeding en breedspectrum antibiotica. De antibiotica zijn nodig vanwege het lage aantal witte bloedcellen.
Alleen chloor kan het virus doden. Alcohol en quaternaire ammoniumzouten zijn geen effectief desinfectiemiddel tegen kattenziekte. Omdat chloor niet werkt op ontlasting, grond en andere zichtbare viezigheid, moet voor het ontsmetten een ruimte eerst grondig worden schoongemaakt met zeep. Na het verwijderen van de zeepresten kan chloor worden aangebracht, waarna het voldoende tijd moet krijgen om zijn werk te doen. Na grondige schoonmaak en ontsmetting van een ruimte, is een ruimte meteen weer bruikbaar. Als chloor niet gebruikt kan worden (bijvoorbeeld in een huiskamer of in de tuin), kan herhaald grondig schoonmaken het aantal virusdeeltjes verminderen.