protocol

Bij directe contacten met van rabiës verdachte dieren in Nederland moet contact opgenomen worden met het NVIC (NVWA incident en crisiscentrum). Het NVIC draagt indien noodzakelijk zorg voor vervoer van vleermuizen of andere dieren naar WBVR in Lelystad (voormalige CVI). Vanwege het bundelen van expertise wordt aan de behandelend arts geadviseerd om over de indicatiestelling van postexpositieprofylaxe te overleggen met de arts infectieziektebestrijding van de GGD in zijn of haar regio. Deze kan overleggen met de LCI. Indien er een indicatie is voor MARIG (menselijk anti-rabiës-immuunglobuline), dient deze voorafgaand aan de bestelling bij de LCI geverifieerd te zijn. Voor het bestellen van MARIG is in Nederland geen artsenverklaring nodig. Bronopsporing moet altijd gebeuren, in verband met de mogelijkheid van blootstelling van derden in Nederland. Uitvoering door de GGD in samenwerking met het NVIC (NVWA incident en crisiscentrum). Rabiës is een aangifte- en bestrijdingsplichtige ziekte. Als je bij dieren symptomen ziet die op rabiës kunnen wijzen, bijvoorbeeld een dier dat plotseling agressiviteit vertoont of indien een vleermuis een persoon heeft gebeten dan moet je dit direct melden.