Woordenlijst les 2
- Temperatuurregeling: de huid regelt dat je lichaam altijd 37 graden blijft.
- Poriën: kleine gaatjes in de huid.
- Bescherming: tegenhouden van gevaren.
- Bacteriën en schimmels: stofjes waardoor je ziek kan worden.
- Beschadiging: de huid is een beetje kapot.
- Elastische vezels: uitgerekte cel die heel soepel is.
- Uitdroging: je verliest veel water.
- Pigmentcellen: cellen waar kleurstof in zit. Hierdoor krijgt je huid een kleur.
- Ultraviolette Straling: de straling van de zon.
- Zintuigen: hiermee kan je iets waarnemen. Dit zijn horen, zien, proeven, ruiken en natuurlijk voelen!
- Zintuigcellen: deze cellen vangen een signaal op als je iets voelt.
- Tastzintuig: met zintuig kan je iets voelen.
- Pijnzintuig: als iets pijn doet aan je huid, voel je doet met het pijnzintuig.
- Drukzintuig: als er iets op je huid drukt, voel je dit met het drukzintuig.
- Koudezintuig: als iets koud is op je huid, voel je dit met het koudezintuig.
- Warmtezintuig: als iets warm is op je huid, voel je dit met het warmtezintuig.