Utrechtse Heuvelrug

Ontstaan stuwwal © edugis

2.1 Ontstaan Utrechtse Heuvelrug

Zo'n 150.000 jaar geleden was Nederland in een ijstijd. Nederland was in die tijd van noord tot zuid bedekt met ijs: een ijskap. De ijskap bewoog eeuwenlang en verschoof veel zand, rots en grind. De ijskap schoof het zand ook omhoog.

Door de grote hoeveelheid zand ontstonden stuwwallen, waaronder de Utrechtse Heuvelrug. Toen het warmer werd, smolt het ijs voor een deel. Het smeltwater vloeide naar de randen van de stuwwal en maakte dalen in de bodem. Zo ontstonden de smeltwaterdalen.Toen het weer kouder werd, werden veel lagen zand op de Utrechtse Heuvelrug afgezet.

Sommige toppen van de stuwwallen worden bergen genoemd en de plekken waar ijs lag worden dalen genoemd. Na de ijstijd werd het warmer en groeiden er bossen op de stuwwal. Deze bossen werden al snel gekapt om ruimte te maken voor landbouw en veeteelt. Door de droogte op de Heuvelrug ontstonden heidevelden.Toch bleven er nog enkele bomen staan en werden er nieuwe bomen geplant. De bossen die na de ijstijd in Nederland zijn gegroeid heten oude boskernen. Deze boskernen zijn erg waardevol, omdat er in die gebieden veel verschillende, zeldzame dieren leven en planten groeien. Zo zijn er bomen, struiken en verschillende soorten heide, zoals de dopheide en de struikheide.

Dopheide © Kris Decleer
Struikheide © Ecopedia

 

 

 

 

 

 

Twee soorten planten die veel voorkomen zijn de klokjesgentiaan en de zonnedauw.

Zonnedauw © Marian Barendtszen
Klokjesgentiaan © G.Lanting