1.1. Middeleeuwen en kastelen
De eerste keer dat de naam Driebergen in oude boeken voorkomt is in het jaar 1159. Het wordt dan geschreven als Thribergen. In deze tijd, de Middeleeuwen, was al het land in de omgeving van Utrecht eigendom van de kerk. De bisschop van Utrecht was de baas over dit gebied. De bisschop gaf stukken land in leen uit aan mannen die hem trouw zwoeren. Deze leenmannen moesten in ruil daarvoor belasting betalen en de leenheer (de bisschop) helpen als er oorlog was.
Er was vaak oorlog in deze tijd en de leenmannen bouwden kastelen om zich te beschermen. Zo waren er de kastelen Sterkenburg en Rijsenburg. De leenmannen lieten hun grond bewerken door boeren. Er worden akkers aangelegd die ‘engen’ worden genoemd. Daar komt de naam Engweg ook vandaan. De grond in dit gebied is niet erg vruchtbaar. Er is mest nodig. Dat komt van schapen. ’s Nachts slapen de schapen in de schaapskooien bij het dorp. Daar wordt ook de mest verzameld. Overdag gaan de schapen naar de heidevelden, zo ontstaan er paden die schapendriften worden genoemd. De Traaij en de Buntlaan zijn oude schapendriften. In het jaar 1309 wordt de naam Drieberghen voor het eerst gebruikt als plaatsnaam.

Kasteel Sterkenburg ziet er nu zo uit © Op de Heuvelrug