Bij de voorbeelden ging het onder meer over het virtuele huisdier, de tamagotchi. Het doel is om een tamagotchi te maken op de Micro:bit op basis van de toestandsdiagrammen die je daar hebt gemaakt.
In plaats van knijpen en aaien kun je de knopjes A en B op de Micro:bit gebruiken. De toestandsovergangen zijn dan:
We hebben ook twee acties, namelijk:
Je krijgt dan het volgende toestandsdiagram.
Dit kun je omzetten naar een programma voor de Micro:bit. We maken gebruik van een variabele toestand die de waarde 1 of 2 heeft:
Je krijgt dan een programma zoals hieronder. Voor elke pijl in het toestandsdiagram maak je een als ... dan. Dat hoeft niet voor de toestandsovergangen die naar zichzelf verwijzen en geen actie hebben.
Opdracht Tamagotchi
Probeer het bovenstaande programma en test het. Werkt dit?
Bij het voorbeeld staan nog enkele opdrachten: a), b) en c).
a) Maak nu het programma voor de Micro:bit dat hoort bij a). Je hebt dan eigenlijk drie knopjes nodig. Maar in plaats van het derde knopje kun je gebruiken: knop A en B worden tegelijk ingedrukt.
b) Maak nu het programma voor de Micro:bit dat hoort bij b). Je kunt gebruikmaken van de lichtsensor op de Micro:bit. Bijvoorbeeld als volgt:
c) Maak nu het programma voor de Micro:bit dat hoort bij c)