De meeste sensoren zijn elektrisch of mechanisch uitgevoerd; softwarematige en 'virtuele' sensoren zijn ook mogelijk. Sensoren zijn als zintuigen voor machines. Een machine automatiseren zonder sensoren is ondenkbaar. De toepassing kan variëren van eenvoudige aanwezigheidscontrole tot positionering, afstandsmeting, kleurcontrole enzovoort.
Door het gebruik van sensoren kan ook de afwerking van de producten en de snelheid van productie zo optimaal mogelijk gemaakt worden. Eén van de meest voorkomende toepassingen is
aanwezigheidsdetectie van objecten. Dit kan verwezenlijkt worden met onder andere optische
sensoren en lasersensoren. Als een stilstaande robot (armrobot, spuitrobot.) al zo veel sensoren nodig heeft, hebben robots die zich voortbewegen (waaronder androïde robots) al helemaal veel sensoren nodig. Met een sensor neemt een robot de omgeving waar en kan er informatie verzameld worden waarmee processen worden.
Een sensor meet een natuurkundige grootheid. Sensoren zetten een elektrisch of niet-elektrisch signaal om in een elektrisch signaal voor verdere bewerking. Je noemt het omzetten van signalen: transductie. Een voorbeeld daarvan is het omzetten van het geluidssignaal door een sensor in een elektrisch signaal, zoals bij een microfoon gebeurt.
Sensoren kunnen voor verschillende signalen gevoelig zijn: denk aan mechanische verschijnselen zoals druk en trek, straling zoals licht en warmte, magnetische verschijnselen en chemische verschijnselen.
Sensoren worden onder andere gebruikt om de volgende zaken in de omgeving waar te nemen:
Bron: NLT-module Leven met Robots