Een toestandsdiagram is gebonden aan strenge regels:
Een toestandsdiagram bestaat uit toestanden (bollen) en toestandsovergangen (pijlen)
Alle toestanden worden weergegeven als bollen. In de bol staat een korte beschrijving van de toestand.
Er is altijd precies één starttoestand, die herken je aan de pijl die niet verbonden is aan een andere toestand.
Alle toestandsovergangen worden weergegeven als een pijl, die één kant op wijst. Bij de pijl staat een korte beschrijving van de toestandsovergang.
Een toestand kan nooit twee of meer keer dezelfde toestandsovergang hebben.
Een toestandsovergang mag dezelfde toestand als begin en eind hebben.
Bij een toestandsovergang mogen één of meerdere acties staan. In deze module gebruiken we steeds een dubbele punt om het onderscheid te maken tussen toestandsovergang en actie.
Je kunt toestandsdiagrammen prima op papier tekenen. Dat gaat vaak het snelst, maar pas op dat het wel leesbaar blijft. Een handige tool om toestandsdiagrammen mee te maken vind je via de volgende site.