Voorbeeld: tamagotchi

Dit is gebaseerd op Micro:bit Challenge opdrachten en materiaal van Renske Weeda.

Een virtueel huisdier is elektronisch apparaatje dat je kunt ‘opvoeden’. Kijk maar eens naar het artikel over Tamagotchi’s.

Bron: Algemeen Dagblad

 

Het doel is nu om zo’n virtueel huisdier te maken. Eerst maak je één of meerdere toestandsdiagrammen. Daarna kun je het ook zelf gaan implementeren, bijvoorbeeld met behulp van de Micro:bit.

We beginnen met een eenvoudig variant.

Ons huisdier is in eerste instantie blij, dat is de begintoestand. Als hij wordt geknepen, wordt ie verdrietig. Als je ‘m daarna weer aait, wordt ie weer blij. Dit toestandsdiagram kent de volgende toestandsovergangen:

Opdracht Tamagotchi

a) We gaan de tamagotchi verder uitbreiden. Het virutele huisdier kan boos worden als je hem duwt. Als je ‘m dan weer aait wordt ie weer blij. Of als je ‘m knijpt wordt ie verdrietig. We hebben vast een start gemaakt met het toestandsdiagram. Vul de juiste woorden in op de stippellijnen. Er ontbreken ook nog twee toestandsovergangen (twee pijlen dus), voeg die toe.

 

b) Maak een geheel nieuw toestandsdiagram voor het volgende virtuele huisdier. Standaard is het huisdier blij. Door te duwen wordt hij boos, door de aaien wordt hij blij. Als het donker is gaat hij slapen. Als het licht is wordt hij (blij) wakker. Als hij slaapt heeft duwen en aaien geen effect.

c) Pas het vorige huisdier aan: het huisdier wordt wakker in dezelfde toestand als hij ging slapen. Dus als hij boos was en ging slapen omdat het donker werd, wordt hij ook weer boos wakker.