Je gaat aan de slag met het eindproduct. Je maakt een toets die bestaat uit drie vragen:
Je maakt bij de toets ook een correctiemodel. In het correctiemodel komen de goede antwoorden. Ook geef je in het correctiemodel aan hoeveel punten je per goed antwoord kunt krijgen. Je geeft ook aan hoe je het cijfer voor de toets kunt uitrekenen.
Is de toets klaar?
Laat de toets dan maken door een klasgenoot. Vraag om commentaar. Natuurlijk maak jij ook de toets van die klasgenoot. Geef op een goede manier commentaar.