§ 2 toonhoogte en frequentie

Toonhoogte

Als je geluid moet omschrijven, zeg je vaak iets over de toonhoogte. Je zegt bijvoorbeeld dat een apparaat piept als het een hoge toon maakt. Of dat het bromt als het een lage toon maakt.

 

Snaarinstrumenten

In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Als je zo'n snaar in trilling brengt, geeft het een toon: een geluid met een bepaalde toonhoogte.

De hoogte van die toon hangt af van drie dingen.

- Hoe dik de snaar is

want hoe dikker de snaar, hoe lager de toon

- hoe lang de snaar is

hoe langer de snaar, hoe lager de toon

- Hoe strak de snaar is gespannen

hoe lager de spanning, hoe lager de toon

Hieronder zie je duidelijk het verschil in dikte bij de snaren van de gitaar

 

 

Gerelateerde afbeelding

 

 

 

 

Frequentie

Als je de snaren aanslaat, beginnen ze met trillen. Ze bewegen elke seconde steeds even vaak heen en weer.

Het aantal trillingen per seconden noem je de frequentie van de trilling. De frequentie wordt gemeten in herts (Hz). als de frequentie 50 Hz is. Bewegen de snaren van de gitaar 50 keer per seconde heen en weer. Hoe hoger de frequentie, dus hoe meer trillingen per seconde, des te hoger is de toon die je hoort.

Je kan deze trillingen ook meten met een oscilloscoop.  De microfoon 'vertaalt' de geluidstrillingen in elektrische trillingen. De oscilloscoop geeft deze trillingen vervolgens op het scherm weer.

Hier onder zie je een oscilloscoop en het beeld dat wordt geprojecteerd zijn geluidsgolven.

Gerelateerde afbeelding

 

De osciloscoob is zo afgesteld, dat je steeds het aantal trillingen in 0,001 s te zien krijgt.

Afbeeldingsresultaat voor oscilloscoop trillngenAfbeeldingsresultaat voor oscilloscoop trillngen

 

Hierboven zie je 2 verschillende tonen. De rechtse heeft de meeste trillingen per seconde, dat betekent dus de hoogste frequentie.

 

In het filmpje hieronder kan je zelf een gehoorstest doen. Vanaf welke frequentie kun jij horen?

 

Je kunt de trillingstijd en frequentie ook berekenen met de formule:

    of     

 

f = frequentie (Hz)

T = trillingstijd (s)

Bij extra oefeningen kun je hier mee oefenen