Geluid is iets wat je hoort, het wordt geproduceerd uit geluidsbronnen. Geluid ontstaat als wanneer er 'iets' in trilling wordt gebracht. Die trillingen kunnen we niet zien, maar die vangen we op met onze oren. Een voorbeeld van een geluidsbron is je stem, als je praat dan trillen je stembanden.
Geluid bestaat dus uit zogenoemde geluidsgolven. Een voorbeeld van zo'n golf zie je hieronder.
De zwarte bolletjes die je ziet zijn de luchtmoleculen.
Geluid heeft een tussenstof nodig om zich voort te zetten, als iemand tegen je praat komen de geluidsgolven van die persoon via de lucht naar je oren. De lucht noemen we dan de tussenstof Geluid heeft ook tijd nodig om zich te kunnen verplaatsen. Dit wordt de geluidsnelheid genoemd.
In lucht gaat geluid met een snelheid van ongeveer 1234,8 km/h. Dat betekent dat geluid in één seconde 343 meter af kan leggen. Geluid gaat niet even snel door elke stof. Sommige stoffen laten geluid makkelijk door dan andere. hieronder vind je een afbeelding met een aantal stoffen en hun geluidssnelheden.
Geluid hoor je het meest als lucht de tussenstof is. Geluid gaat in lucht dus ontzettend snel, als je naast elkaar zit te praten merk je niet eens dat het geluid via de lucht naar jou oren gaan. Maar als je een geluid hoort op kilometers afstand dan duurt het even voor dat het geluid jouw oor heeft bereikt. Een voorbeeld is met onweer, als de bliksem een paar kilometer van jou is hoor je de knal een aantal seconden later. Hoe ver de bliksem van je verwijderd is kun je makkelijk berekenen met de formule:
s= v x t
in het filmpje hieronder wordt er alles over uitgelegd.
Kijk het filmpje want je hebt het nodig voor de vraag!
Na het kijken van de kennisclip kun je de onderstaande oefening doen. Deze is verplicht voor het afronden van dit arrangement !