Onderwerp 2: The time - klokkijken

Klokkijken gaat in het Engels anders dan in het Nederlands. Zij hebben een specifieke manier van uren, halve uren en kwartieren vertellen. Vandaag leer je hoe jij als Engelsman of -vrouw de tijd vertelt en schrijft.

 

  1. Hele uren geef je aan met o’clock. Bijvoorbeeld: three o’clock.
  2. Alle tijden tussen het hele uur en het volgende halve uur geef je aan met past. Bijvoorbeeld: ten minutes past three.
  3. Alle tijden na het halve uur tot het volgende hele uur geef je aan met to. Bijvoorbeeld: twenty minutes to four.

 

 
 
 
óver (het hele uur) = past
vóór (het hele uur) = to
op het hele uur: o’clock
om drie uur – at three o’clock
 
over
 
voor
(at) five
past three
(at) twenty-five
to four
(at a) quarter
past three
(at) twenty
to four
(at) twenty
past three
(at a) quarter
to four
(at) half
past three
(at) five
to four

 

Bij 'remediërende lesstof' vindt je extra uitleg over het klokkijken in het Engels, ondersteund met een visuele weergave.

 

 

(Alle gebruikte afbeeldingen op deze webpagina hebben een CC BY-SA licentie.)