Documenten verzamelen
Lesdoel week 6: (totaal 2 lesuren = 100 minuten) De leerling kan aangeven welke documenten nodig kunnen zijn voor een sollicitatiegesprek |
Opdracht 1: Theorie |
Wat? |
Lees de theorie over ‘benodigde documenten’ |
Hoe? | De theorie en de voorbeelden staan in de wikiwijs. Lees deze tekst individueel |
Met wie? | Individueel |
Hulp? | Stel eerst vragen aan je medeleerlingen. Daarna pas hulp vragen aan de docent |
Tijd? | 15 minuten |
Resultaat? | Zet eventuele vragen op papier en geef dit door aan degene die rechts naast je zit |
Klaar? | Als je binnen de afgesproken tijd klaar bent, kun je de extra opdracht maken |
Opdracht 1: Theorie
Lees de theorie over benodigde documenten (identiteitsbewijs, VOG en stageovereenkomst) en bekijk de voorbeelden van een VOG en een stageovereenkomst.
Theorie:
Identiteitsbewijs
Een identiteitsbewijs heb je nodig om je te kunnen identificeren, dus 'laten zien dat jij het echt bent.' Zorg dat je altijd een identiteitsbewijs bij je hebt, ook als je gaat solliciteren. Een identiteitsbewijs kan je paspoort of identiteitskaart zijn. Je kunt je niet identificeren met je OV-kaart, bromfietscertificaat of pinpas. Een voorbeeld van een identiteitsbewijs:
VOG
Soms moet je voor je werk of je stage een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aanvragen. Dit is een verklaring waaruit blijkt dat jouw gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het uitvoeren van een bepaalde taak of functie, zoals bijvoorbeeld een stage- of werkplek. Er zijn verschillende manieren om een VOG aan te vragen, bijvoorbeeld via jouw gemeente of digitaal. Justis beslist of iemand wel of geen VOG krijgt. (https://www.justis.nl/producten/vog/vog-en-jongeren/index.aspx). Een voorbeeld van een VOG:
Stageovereenkomst
Als je stage gaat lopen bij een werkgever, is het belangrijk dat je een stageovereenkomst ondertekent. In een stageovereenkomst staan allerlei afspraken, rechten en plichten. Maar ook praktische zaken, zoals je stagevergoeding en je werktijden, staan hierin vermeld. Misschien heeft het stagebedrijf een stageovereenkomst en anders kun je een stageovereenkomst krijgen bij je docent op school. Neem dit document mee naar je stagebedrijf voordat je begint met je stage.
In de stageovereenkomst staat het volgende vermeld:
* Begin- en einddatum van je stage
* Aantal uren per week dat je werkt
* Hoogte van de stagevergoeding
* Begeleider op je stageplek
* Onkosten- en reiskostenvergoeding (deze krijg je niet op iedere stageplek)
* Aansprakelijkheid
* Aantal vakantiedagen
* Regeling bij ziekte of ongelukken op het werk
In een stageovereenkomst staan alle praktische zaken op je stageplek. Je taken en leerdoelen staan hier dus niet vermeld. Deze staan in je BPV-boek. In je BPV-boek beschrijf je wat het doel is van je stage, wat je taken zijn en hoe de begeleiding is geregeld met school en op je stageplek. Als je stage is afgelopen, eindigt ook de stageovereenkomst. Je kunt dus niet eerder stoppen met je stage, tenzij je hier een goede reden voor hebt. (www.fnvjong.nl)
Extra opdracht 1:
Zoek op internet naar voorbeelden van stageovereenkomsten
Opdracht 2: Filmpje kijken en bespreken |
Wat? |
In tweetallen een filmpje over VOG kijken, aantekeningen maken en bespreken |
Hoe? | Tijdens filmpje noteren wat je opvalt. Pak pen en papier en maak aantekeningen |
Met wie? | De docent kiest tweetallen |
Hulp? | Stel eerst vragen aan elkaar of aan medeleerlingen. Daarna pas hulp vragen aan docent |
Tijd? | 15 minuten (filmpje kijken 5 minuten, bespreken 10 minuten) |
Resultaat? | Bespreek de aantekeningen die je hebt gemaakt met je medeleerling. Daarna worden de bijzonderheden klassikaal besproken. |
Klaar? | Als jullie binnen de afgesproken tijd klaar zijn, kunnen jullie de extra opdracht samen maken |
Opdracht 2: Filmpje kijken en bespreken
Bekijk het onderstaande filmpje in tweetallen, maak aantekeningen en bespreek daarna wat je is opgevallen. https://www.youtube.com/watch?v=CXwfvmSMCsc
Extra opdracht 2:
Kijk op https://watdevog.nl/ voor meer informatie over het aanvragen van een VOG.
Opdracht 3: Mindmap maken en presenteren |
Wat? |
In groepjes van vier een mindmap ‘voorbereiding stage’ maken van de afgelopen lessen en presenteren |
Hoe? | Maak op een groot vel papier een mindmap ‘voorbereiding stage’ van de afgelopen lessen en presenteer deze aan je klas |
Met wie? | De docent kiest groepjes van ongeveer vier personen |
Hulp? | Stel eerst vragen aan elkaar of aan medeleerlingen. Daarna pas hulp vragen aan docent |
Tijd? | 60 minuten (mindmap maken 30 minuten, presentaties 30 minuten) |
Resultaat? | Feedback klasgenoten en docent (=Feedbackmoment!) |
Klaar? | Als jullie binnen de afgesproken tijd klaar zijn, kunnen jullie de extra opdracht samen maken |
Opdracht 3: Mindmap maken en presenteren
Maak een mindmap op een groot vel papier met het onderwerp 'voorbereiding stage' van de afgelopen lessen en presenteer deze aan de klas met je groepje. Wat hebben jullie geleerd? Kijk voor voorbeelden van verschillende mindmaps op Internet (zoek op 'mindmap maken').
Extra opdracht 3:
Oefen je handtekening!
Waarom is een eigen handtekening belangrijk? Je handtekening is belangrijk om je te identificeren. Als je een nieuwe handtekening hebt gemaakt, zorg dan dat je hem bij het tekenen van belangrijke documenten gebruikt. Als iemand je handtekening controleert moeten ze overeenkomen. Als je een vriendelijke, informele sfeer wilt uitstralen, gebruik dan je voornaam in je handtekening. Als je juist een zakelijke sfeer wilt uitstralen, gebruik dan je eerste letter van je voornaam en je hele achternaam.