Theorie Besluitvorming

Om te komen tot een adequate besluitvorming is het verstandig om hiervoor een bepaalde procedure af te spreken. Vaak is tijdens vergaderingen niet altijd duidelijk in welke fase van de besluitvorming een onderwerp zich bevindt. Zijn de teamleden nog aan het oriënteren? Is het mogelijk om nog vragen te stellen? Is er nog tijd om informatie in te winnen? Welke andere opties zijn er nog en wanneer wordt een definitief besluit aangenomen?

Om te komen tot een meer transparante de besluitvorming te voorkomen is het goed om hierover een procedure af te spreken. De acroniem die hierbij gebruikt kan worden is het BOB model – zie afbeelding hieronder.

BOB-model voor besluitvorming

 

Met een voorbeeld wordt het model toegelicht.

Stel dat een onderneming te maken heeft met dalende winstcijfer en het is de vraag hoe de winstcijfers verhoogd kunnen worden. Volgens het BOBmodel dient eerst aandacht te worden besteed aan de beeldvorming.

Beeldvorming; In deze fase worden de ‘beelden’ die verschillende teamleden hebben van het probleem met elkaar gedeeld. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de volgende hulpvragen worden gesteld: "Wat is de oorzaak van het probleem?" of "Hoe kan de daling van de winstcijfers verklaard worden?".

Iedereen krijgt in deze fase de mogelijkheid om te reageren op dergelijke vragen. Op deze manier wordt getracht om het probleem vanuit verschillende perspectieven te bekijken.

Oordeelsvorming; na de beeldvorming kan gekeken worden welke oplossingen er bedacht kunnen worden om de winstcijfers te verhogen. In deze fase worden verschillende oplossingen besproken en gewogen. Wat is het voordeel en nadeel van elke mogelijke oplossing?

Besluitvorming; nadat de aangedragen oplossingen tegen elkaar zijn afgewogen kan er een besluit genomen worden. Gaat dit door middel van de meeste stemmen gelden of heeft iemand vetorecht (waarbij een besluit door meerderheid van stemmen tegengehouden kan worden)?

Het voordeel van het doorlopen van een dergelijke procedure is dat iedereen betrokken wordt bij de besluitvorming en het gevoel krijgt dat zijn of haar mening ertoe doet. Dit werkt motiverend en wordt er meer draagvlak gecreëerd (motivatie) om een besluit daadwerkelijk uit te voeren.