Kwalificatiedossier

 

 

Keuzedeel mbo

 

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

 

gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo

Code

K0066

 

 

1. Algemene informatie

D1: Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Studielast

240

 

Nee

Ja ,

Dit verdiepende keuzedeel is ter ondersteuning van specifieke doelgroepen in de gehandicaptenzorg. Met dit certificaat kunnen ervaren beroepsbeoefenaren (die niveau 3 of 4 beheersen) zich verder verdiepen in de doelgroep/omgeving waarin zij werkzaam zijn. Het werkveld heeft behoefte aan deze gespecialiseerde werknemers, zodat specifieke doelgroepen beter ondersteund worden. Aan dit keuzedeel liggen competentieprofielen ten grondslag die vastgesteld zijn door sociale partners (VGN en de bonden). Het keuzedeel wordt in de praktijk al toegepast. Er zijn afspraken met scholen en werkveld om dit keuzedeel/certificaat aan te bieden.

 

Zie bijlage op www.s-bb.nl/kwalificatiedossiers

Toelichting

Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep licht verstandelijk gehandicapten met ernstige gedragsproblemen ((SG)LVB) zijn aanvullende competenties vereist die niet zijn verwerkt in de kwalificatiedossiers Maatschappelijke Zorg en Mbo- Verpleegkundige. Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep licht verstandelijk gehandicapten met ernstige gedragsproblemen zijn in het keuzedeel de volgende onderwerpen opgenomen:

 

Relevantie van het keuzedeel

Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep licht verstandelijk gehandicapten met ernstige gedragsproblemen ((SG)LVB) zijn aanvullende competenties vereist die niet zijn verwerkt in de kwalificatiedossiers Maatschappelijke Zorg en Mbo- Verpleegkundige. Door het volgen van het keuzedeel worden de kansen op de arbeidsmarkt vergroot, doordat een beginnend beroepsbeoefenaar door het volgen van het keuzedeel breder inzetbaar is in de gehandicaptenzorg.

 

Beschrijving van het keuzedeel

Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep licht verstandelijk gehandicapten met ernstige gedragsproblemen zijn in het keuzedeel de volgende onderwerpen opgenomen:

Branchevereisten

Nee

 

Aard van keuzedeel

Verbredend

3 van 6

 

 

2. Uitwerking

 

 

D1-K1: Begeleiden van (SG)LVB-cliënten in de gehandicaptenzorg

Complexiteit

De beginnend beroepsbeoefenaar werkt regelmatig alleen in complexe situaties en moet kunnen inspelen op wisselende en onverwachte omstandigheden. Zij beschikt over specialistische kennis en vaardigheden om (SG)LVB-cliënten op deskundige wijze zorg en ondersteuning te kunnen bieden. Haar werkzaamheden kunnen wisselen van aard en ze moet haar handelen dan ook snel kunnen aanpassen en zo nodig doelgericht veranderingen in de begeleiding van (SG)LVB-cliënten kunnen doorvoeren. Ze beschikt over specialistische kennis en vaardigheden om in complexe (probleem)situaties creatief oplossingen te bedenken en verantwoorde keuzes te maken.

 

* Waar zij staat wordt ook hij bedoeld.

** Ondersteunen is een breed begrip waarmee zowel begeleiden, motiveren, coachen, enthousiasmeren, activeren, sturen, ondersteunen als zorg overnemen wordt bedoeld.

Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid

De beginnend beroepsbeoefenaar werkt solistisch of in teamverband. Zij is verantwoordelijk voor haar eigen werkzaamheden. Ze handelt zelfstandig, lost knelpunten met betrekking tot de begeleiding en/of behandeling creatief op en zo nodig bespreekt ze knelpunten en oplossingen met het multidisciplinaire team of een leidinggevende. Ze overlegt en stemt af met de (SG)LVB-cliënt, het sociaal netwerk en professionals en/of instanties om complexe en ongewenste situaties te voorkomen of op te lossen.

Wanneer nodig consulteert zij deskundigen en/of schakelt ze deskundigen in.

Vakkennis en vaardigheden

De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • heeft brede kennis van diagnose-instrumenten voor het diagnosticeren van (SG)LVB
  • heeft specialistische kennis van de beperkingen en problematiek van (SG)LVB-cliënten
  • heeft specialistische kennis van de sociaal-emotionele ontwikkeling van (SG)LVB-cliënten
  • heeft specialistische kennis van methodieken en (vaardigheids)trainingen voor (SG)LVB-cliënten
  • heeft specialistische kennis van psychiatrische kenmerken en verslavingen bij (SG)LVB-cliënten
  • heeft specialistische kennis van seksuele problematiek in relatie tot (SG)LVB-cliënten

 

  • kan behandelinterventies bij (SG)LVB-cliënten toepassen
  • kan beïnvloedings- en interventietechnieken toepassen bij (SG)LVB-cliënten
  • kan gesprekstechnieken en communicatiemethoden toepassen bij (SG)LVB-cliënten
  • kan ondersteuningsmethodieken toepassen bij (SG)LVB-cliënten
  • kan wet- en regelgeving, juridische kaders en titels in relatie tot werken met (SG)LVB-cliënten toepassen

 

D1-K1-W1: Omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag en crisissituaties bij (SG)LVB-cliënten

Omschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar leeft zich in in de belevingswereld van de (SG)LVB-cliënt. Zij maakt een inschatting van de gesteldheid van de (SG)LVB-cliënten om zo mogelijk ongewenst gedrag te kunnen voorkomen en speelt in op de groepsdynamiek. Zij houdt de veiligheid van haarzelf, collega's en cliënten in de gaten, signaleert dreigende crisissituaties en handelt de- escalerend. Bij moeilijk verstaanbaar gedrag of een crisissituatie onderneemt zij actie volgens de richtlijnen van de organisatie.  Zij roept zo nodig hulp in van collega’s of deskundigen. Veranderingen in het gedrag van (SG)LVB-cliënten rapporteert zij in het cliëntdossier. Zij analyseert de veranderingen in het gedrag van de (SG)LVB-cliënt en de gevolgen hiervan met collega’s en professionals. Ze bespreekt moeilijk verstaanbaar gedrag en mogelijke gevolgen en/of oplossingen met de (SG)LVB-cliënt en maakt afspraken met hem en betrokkenen om herhaling te voorkomen. Zij stimuleert de (SG)LVB-cliënt om positieve contacten aan te gaan en begeleidt hem bij het omgaan met spanningen of (dreigende) conflicten tussen hem en zijn omgeving. Zij geeft (sociale vaardigheids-)trainingen aan (SG)LVB-cliënten om hen te leren omgaan met sociale situaties.

Resultaat

De beginnend beroepsbeoefenaar heeft moeilijk verstaanbaar gedrag bij de (SG)LVB-cliënt(en) of een crisissituatie op professionele wijze aangepakt.

Gedrag

 

4 van 6

 

 

D1-K1-W2: Begeleiden van de (SG)LVB-cliënt bij het verbeteren van gedrag en/of consolideren van gedragsverandering

Omschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar maakt een inschatting van de mogelijkheden en beperkingen van de (SG)LVB-cliënt. Zij vertaalt de doelen uit het behandelplan naar activiteiten voor de dagelijkse behandeling. Ze bespreekt met de (SG)LVB-cliënt en betrokkenen de activiteiten en de begeleiding die daar bij past. Ze biedt de (SG)LVB-cliënt activiteiten aan met de nadruk op herhaling en consolidatie. Zij past haar begeleiding aan op het niveau waarop de (SG)LVB-cliënt functioneert en begeleidt de (SG)LVB-cliënt bij het stellen van grenzen. Zij gaat om met weerstand tegen de behandeling en stimuleert zo nodig positieve  denk- en gedragspatronen. Zij pleegt zo nodig eerste interventies. Zij geeft de (SG)LVB-cliënt waar mogelijk ruimte om te experimenteren en is alert op signalen van onder- of overschatting van de eigen draagkracht bij de (SG)LVB-cliënt. Zij observeert steeds het effect van de begeleiding en/of behandeling en zorgt dat de begeleiding en/of de behandeling afgestemd blijft op de (SG)LVB-cliënt. Zij bespreekt de voortgang van de begeleiding en/of behandeling met de collega’s en professionals. Zo nodig draagt zij de begeleiding en/of behandeling van de (SG)LVB-cliënt aan anderen over.

Resultaat

Het gedrag van de (SG)LVB-cliënt is verbeterd of de gedragsverandering is geconsolideerd.

Gedrag

De beginnend beroepsbeoefenaar:

  • houdt adequaat rekening met de wensen en behoeften van de (SG)LVB-cliënt in relatie tot zijn mogelijkheden;
  • gaat creatief om met de beschikbare middelen en materialen t.b.v. de begeleiding en/of behandeling;
  • zorgt dat de ondersteuning bij het verbeteren van gedrag en/of consolideren van gedragsverandering continu afgestemd blijft op de (SG)LVB-cliënt;
  • maakt duidelijke afspraken met collega’s over de begeleiding en/of behandeling;
  • evalueert adequaat (tussentijds) de doelen van de begeleiding met de (SG)LVB-cliënt en betrokkenen.

De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Samenwerken en overleggen, Materialen en middelen inzetten, Plannen en organiseren, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten

 

D1-K1-W3: Opbouwen en onderhouden van een netwerk rondom de (SG)LVB-cliënt

Omschrijving

De beginnend beroepsbeoefenaar brengt het professionele en sociale netwerk* van de (SG)LVB-cliënt, waar mogelijk samen met de cliënt, in kaart en houdt deze gegevens actueel. Zij betrekt in samenspraak met de (SG)LVB-cliënt het sociale en professionele netwerk bij de begeleiding en/of behandeling van de cliënt. Waar mogelijk draagt zij werkzaamheden aan hen over. Ze bespreekt en stemt de begeleiding en behandeling van de (SG)LVB-cliënt af in relevante overlegvormen. Zij creëert voorwaarden voor de uitvoering van de begeleiding van de (SG)LVB-cliënt. Zij waarborgt eenduidigheid in de begeleiding van de (SG)LVB-cliënt en zorgt dat het sociale en professionele netwerk met elkaar samenwerken.

 

* De term sociaal netwerk wordt gebruikt voor mantelzorgers en vrijwilligers, ouders, verzorgers, familie, vrienden, wettelijke vertegenwoordigers, naastbetrokkenen en directe naasten.

Resultaat

 

5 van 6

 

D1-K1-W3: Opbouwen en onderhouden van een netwerk rondom de (SG)LVB-cliënt

Het professionele en sociale netwerk rondom de (SG)LVB-cliënt werkt optimaal samen, zodat de begeleiding en/of behandeling eenduidig is.

Gedrag

De beginnend beroepsbeoefenaar: