Keuzedeel mbo
Mensen met niet-aangeboren hersenletsel
gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo
Code
K0067
\
1. Algemene informatie
Studielast
240
Nee
Ja ,
Dit verdiepende keuzedeel is ter ondersteuning van specifieke doelgroepen in de gehandicaptenzorg. Met dit certificaat kunnen ervaren beroepsbeoefenaren (die niveau 3 of 4 beheersen) zich verder verdiepen in de doelgroep/omgeving waarin zij werkzaam zijn. Het werkveld heeft behoefte aan deze gespecialiseerde werknemers, zodat specifieke doelgroepen beter ondersteund worden. Aan dit keuzedeel liggen competentieprofielen ten grondslag die vastgesteld zijn door sociale partners (VGN en de bonden). Het keuzedeel wordt in de praktijk al toegepast. Er zijn afspraken met scholen en werkveld om dit keuzedeel/certificaat aan te bieden.
Zie bijlage op www.s-bb.nl/kwalificatiedossiers
Toelichting
Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) zijn aanvullende competenties vereist die niet zijn verwerkt in de kwalificatiedossiers Maatschappelijke Zorg, Mbo-Verpleegkundige en Verzorgende-IG. Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep cliënten met niet-aangeboren hersenletsel zijn in het keuzedeel de volgende onderwerpen opgenomen:
Relevantie van het keuzedeel
Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep cliënten met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) zijn aanvullende competenties vereist die niet zijn verwerkt in de kwalificatiedossiers Maatschappelijke Zorg, Mbo-Verpleegkundige en Verzorgende-IG. Door het volgen van het keuzedeel worden de kansen op de arbeidsmarkt vergroot doordat een beginnend beroepsbeoefenaar door het volgen van het keuzedeel breder inzetbaar is in de gehandicaptenzorg.
Beschrijving van het keuzedeel
Voor het ondersteunen van de specifieke doelgroep cliënten met niet-aangeboren hersenletsel zijn in het keuzedeel de volgende onderwerpen opgenomen:
Branchevereisten
Nee
Aard van keuzedeel
Verbredend
3 van 6
2. Uitwerking
D1-K1: Begeleiden van NAH-cliënten in de gehandicaptenzorg |
Complexiteit |
De beginnend beroepsbeoefenaar werkt regelmatig alleen in complexe situaties en moet volgens protocol kunnen inspelen op wisselende en onverwachte omstandigheden. Zij* beschikt over kennis en vaardigheden om NAH-cliënten op deskundige wijze ondersteuning** te bieden en om in (probleem)situaties creatief oplossingen te bedenken. Haar werkzaamheden kunnen wisselen van aard en ze moet haar handelen dan ook snel kunnen aanpassen en zo nodig in overleg met collega’s doelgericht veranderingen in de ondersteuning voor NAH-cliënten kunnen doorvoeren. Zij ondersteunt collega’s en stagiaires en begeleidt hen bij hun werkzaamheden.
* Waar zij staat wordt ook hij bedoeld. ** Ondersteunen is een breed begrip waarmee zowel begeleiden, motiveren, coachen, enthousiasmeren, activeren, sturen, ondersteunen als zorg overnemen wordt bedoeld. |
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid |
De beginnend beroepsbeoefenaar werkt solistisch of in teamverband. Zij werkt zelfstandig, lost knelpunten creatief op en zo nodig bespreekt ze knelpunten en oplossingen met het multidisciplinaire team of een leidinggevende. Zij behartigt de belangen van de NAH-cliënten. Wanneer nodig consulteert zij deskundigen. Zij is verantwoordelijk voor haar eigen werkzaamheden met betrekking tot de ondersteuning van NAH-cliënten. Zij werkt bij de uitvoering van haar werkzaamheden onder regie en eindverantwoordelijkheid van het (multi)disciplinaire team of van een leidinggevende. |
Vakkennis en vaardigheden |
De beginnend beroepsbeoefenaar:
|
D1-K1-W1: Inventariseren van de (nieuwe) mogelijkheden, wensen en behoeften van de NAH-cliënt |
Omschrijving |
De beginnend beroepsbeoefenaar maakt een netwerkanalyse en brengt, zo mogelijk samen met de NAH-cliënt en naastbetrokkenen*, de situatie en persoonlijkheid van de NAH-cliënt voor het hersenletsel in kaart. Zij gaat na of de leefstijl en het gedrag van de NAH-cliënt zijn veranderd door het hersenletsel. Zij schat in wat de NAH-cliënt kan en helpt hem met het verwoorden van realistische mogelijkheden, behoeften en wensen. Zij overlegt met collega’s over de mogelijkheden en de ondersteuningsbehoefte van de NAH-cliënt en geeft opgedane informatie door aan het (multi)disciplinair team. Zij stelt in samenspraak met de NAH-cliënt, naastbetrokkenen en het multidisciplinair team het cliëntdossier op. Zij blijft alert op veranderingen bij de NAH-cliënt en past zo nodig de ondersteuning hierop aan in overleg met collega’s.
* De term naastbetrokkenen wordt gebruikt voor mantelzorgers en vrijwilligers, ouders, verzorgers, familie, vrienden, wettelijke vertegenwoordigers, naastbetrokkenen en directe naasten. |
Resultaat |
De ondersteuning van de NAH-cliënt sluit aan op zijn mogelijkheden, wensen en behoeften. |
4 van 6
D1-K1-W1: Inventariseren van de (nieuwe) mogelijkheden, wensen en behoeften van de NAH-cliënt |
Gedrag |
De beginnend beroepsbeoefenaar:
De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Analyseren, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten |
D1-K1-W2: Begeleiden van de NAH-cliënt en naastbetrokkenen bij de verliesverwerking |
Omschrijving |
De beginnend beroepsbeoefenaar ondersteunt de NAH-cliënt bij het accepteren dat zijn leven verandert is na het hersenletsel en hij niet meer ‘de oude’ is. Zij helpt de NAH-cliënt om het verlies te verwerken. Zij ondersteunt de NAH-cliënt bij het maken van nieuwe keuzes op basis van zijn wensen en de mogelijkheden die er nog zijn. Zij informeert naastbetrokkenen over zowel de mogelijkheden als de beperkingen van de NAH-cliënt en ondersteunt naastbetrokkenen bij hun rouwverwerking. Zij leert naastbetrokkenen om te gaan met de nieuwe leefstijl en het nieuwe gedrag van de NAH-cliënt en stimuleert het contact tussen de NAH-cliënt en naastbetrokkenen. |
Resultaat |
De NAH-cliënt en naastbetrokkenen hebben passende ondersteuning gekregen bij het accepteren van het verlies. |
Gedrag |
De beginnend beroepsbeoefenaar:
|
D1-K1-W3: Omgaan met het disharmonische profiel van de NAH-cliënt |
Omschrijving |
De beginnend beroepsbeoefenaar observeert het gedrag van de NAH-cliënt binnen verschillende situaties en geeft haar observaties door. Zij bekijkt per situatie wat de NAH-cliënt wel en wat hij niet kan en past haar ondersteuning aan op zijn ziekte- inzicht, mogelijkheden en niveau binnen de specifieke context. Zij biedt de NAH-cliënt structuur en creëert de benodigde randvoorwaarden, zodat hij zich zo mogelijk verder kan ontwikkelen. Zij laat de NAH-cliënt zo veel mogelijk zelf de regie voeren. Zij interpreteert het gedrag van de NAH-cliënt en onderneemt zo nodig actie. Zij signaleert wanneer de NAH-cliënt over zijn eigen grenzen heen dreigt te gaan en speelt hier op in om dit te voorkomen. Wanneer de NAH-cliënt over zijn grenzen is gegaan, bespreekt ze met hem oplossingen om dit in het vervolg te voorkomen. |
Resultaat |
De ondersteuning van de NAH-cliënt sluit aan bij zijn disharmonische profiel. |
Gedrag |
De beginnend beroepsbeoefenaar:
|
5 van 6
D1-K1-W4: Omgaan met ontremd gedrag van de NAH-cliënt
Omschrijving
De beginnend beroepsbeoefenaar relateert het gedrag van de NAH-cliënt aan het hersenletsel en maakt een onderscheid tussen de persoon en het gedrag van de NAH-cliënt. Zij bewaakt haar eigen grenzen bij het omgaan met de NAH-cliënt. Zij signaleert ontremd gedrag en onderneemt actie. Zij herkent risicovolle of moeilijke situaties voor de NAH-cliënt, bereidt hem hierop voor en ondersteunt hem tijdens deze situaties. Zij informeert collega’s over mogelijk ontremd gedrag van de NAH-cliënt en bespreekt hoe ze hier het beste mee om kunnen gaan. Zij informeert naastbetrokkenen over mogelijk ontremd gedrag van de NAH-cliënt en bespreekt hoe ze hier het beste mee om kunnen gaan. Zij herkent spanningen of conflicten tussen de NAH-cliënt en zijn omgeving en zoekt samen met hen naar oplossingen.
Resultaat
De beginnend beroepsbeoefenaar gaat professioneel om met ontremd gedrag van de NAH-cliënt.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:
De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan
Het beschrijvingsniveau is algemeen van aard (gebaseerd op het Referentiekader), en gericht op Duits in de beroepscontext. ‘Het toepassen van Duits in de beroepscontext’ wordt als ‘kerntaak’ gezien. De vijf taalvaardigheden zoals benoemd in het ERK zijn opgenomen in de lijst van kennis en vaardigheden. Zie voor een toelichting op examinering talen: https://www.s-bb.nl/onderwijs/kwalificeren-en-examineren/themas-rond-kwalificeren-en-examineren