Keuzedeel mbo
Ernstig meervoudige beperkingen
gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo
Code
K0233
1. Algemene informatie
D1: Ernstig meervoudige beperkingen
Studielast
240
Nee
Ja ,
Dit verdiepende keuzedeel is ter ondersteuning van specifieke doelgroepen in de gehandicaptenzorg. Met dit certificaat kunnen ervaren beroepsbeoefenaren (die niveau 3 of 4 beheersen) zich verder verdiepen in de doelgroep/omgeving waarin zij werkzaam zijn. Het werkveld heeft behoefte aan deze gespecialiseerde werknemers, zodat specifieke doelgroepen beter ondersteund worden. Aan dit keuzedeel liggen competentieprofielen ten grondslag die vastgesteld zijn door sociale partners (VGN en de bonden). Het keuzedeel wordt in de praktijk al toegepast. Er zijn afspraken met scholen en werkveld om dit keuzedeel/certificaat aan te bieden.
Zie bijlage op www.s-bb.nl/kwalificatiedossiers
Toelichting
Bronvermelding:
Relevantie van het keuzedeel
Voor de begeleiding van specifieke doelgroepen, zoals cliënten met ernstig meervoudige beperkingen (EMB) is aanvullende deskundigheid nodig.
Beschrijving van het keuzedeel
Dit keuzedeel brengt in kaart welke verdieping nodig is voor het begeleiden en ondersteunen van mensen met ernstige meervoudige beperkingen (EMB).
Branchevereisten
Nee
Aard van keuzedeel
Verdiepend
3 van 6
2. Uitwerking
D1-K1: Begeleiden van EMB-cliënten in de gehandicaptenzorg |
Complexiteit |
De beginnend beroepsbeoefenaar werkt in verschillende beroepssituaties met een complexe doelgroep. EMB cliënten hebben meerdere ernstige beperkingen en zijn hierdoor bijzonder kwetsbaar. Ze hebben een verhoogd risico op allerlei gezondheidsproblemen. De voorkomende beperkingen en stoornissen kunnen zeer variëren (ook in ernst), kunnen in verschillende combinaties optreden en zijn bovendien van invloed op elkaar. EMB cliënten hebben een IQ van maximaal 35. Zij beschikken meestal niet over een actief of passief taalbegrip, maar er is wel pre-verbale en non-verbaal communicatie ( via lichaamstaal) mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat zij bijna volledig afhankelijk zijn van hun omgeving. Om in te spelen op de behoeftes van de EMB-cliënt, moet zij het vermogen hebben ‘klein te kijken’, d.w.z. door kleine signalen op te merken en te interpreteren. Het is daarom belangrijk dat de beginnend beroepsbeoefenaar beschikt over kennis en vaardigheden om EMB-cliënten en het sociaal netwerk*** van de EMB-cliënten op deskundige wijze ondersteuning* te bieden, collega’s te ondersteunen en begeleiden en om in (probleem)situaties creatief oplossingen te bedenken. Haar werkzaamheden zijn wisselend van aard en ze moet haar handelen dan ook snel kunnen aanpassen. Zij ** werkt regelmatig alleen en moet volgens richtlijnen, protocollen of werkafspraken kunnen inspelen op wisselende en onverwachte omstandigheden. Zij werkt multidisciplinair samen om de veranderingen in de ondersteuning voor EMB-cliënten doelgericht door te voeren.
* Ondersteunen is een breed begrip waarmee zowel begeleiden, motiveren, coachen, enthousiasmeren, activeren, sturen, ondersteunen als zorg overnemen wordt bedoeld. ** Waar zij staat, wordt ook hij bedoeld. *** De term het sociaal netwerk wordt gebruikt voor mantelzorgers, vrijwilligers, ouders, begeleiders, verzorgers, familie, vrienden, wettelijke vertegenwoordigers, het cliëntsysteem en directe naasten. |
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid |
De beginnend beroepsbeoefenaar werkt solistisch of in teamverband. Zij werkt zelfstandig en is verantwoordelijk voor haar eigen werkzaamheden met betrekking tot de ondersteuning van EMB-cliënten. Zij werkt bij de uitvoering van haar werkzaamheden onder regie en eindverantwoordelijkheid van het (multi)disciplinaire team of van een leidinggevende. Zij handelt zelfstandig, lost knelpunten creatief op en zo nodig bespreekt ze knelpunten en oplossingen met het multidisciplinaire team of een leidinggevende. Zij behartigt de belangen van de EMB-cliënten. Wanneer nodig consulteert zij deskundigen. |
Vakkennis en vaardigheden |
De beginnend beroepsbeoefenaar:
|
4 van 6
D1-K1-W1: Onderzoeken van de communicatie met en van de EMB-cliënt |
Omschrijving |
De beginnend beroepsbeoefenaar verplaatst zich in de leefwereld van de EMB-cliënt. Zij onderzoekt de invloed van de omgeving (zoals mensen, kleuren, geluid, contrasten) op de cliënt. Zij observeert de EMB-cliënt, onderzoekt zijn mogelijkheden en op welke manieren hij communiceert. Zij maakt gebruik van observatielijsten en indien gewenst gebruik van videoapparatuur. Zij stelt zich door de observatie op de hoogte van het gedrag van de cliënt en welke factoren het gedrag van de EMB-cliënt kunnen beïnvloeden. Zij ondertitelt het gedrag van de EMB-cliënt door te zeggen wat de cliënt doet of waar de cliënt op reageert. Zij gaat na of haar observaties kloppen en of ze niet een eigen interpretatie aan het gedrag van de EMB-cliënt heeft gegeven. Zij betrekt zo nodig andere disciplines bij het in kaart brengen van het totaalbeeld en de communicatiemogelijkheden van de EMB-cliënt. Zij geeft observaties door aan de juiste persoon en rapporteert deze. |
Resultaat |
De beginnend beroepsbeoefenaar heeft een beeld van de EMB-cliënt en kan zijn mogelijkheden en behoeften uit observaties achterhalen. |
Gedrag |
De beginnend beroepsbeoefenaar:
De onderliggende competenties zijn: Aandacht en begrip tonen, Formuleren en rapporteren, Analyseren, Onderzoeken, Instructies en procedures opvolgen, Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen |
D1-K1-W2: Ondersteunen van de EMB-cliënt bij belevings-, stimulerings- en/of ontwikkelingsactiviteiten |
Omschrijving |
De beginnend beroepsbeoefenaar schat in wat een EMB-cliënt aankan en plant de activiteiten. Zij let hierbij op afwisseling van o.a. actief/passief, inspanning/ontspanning, alleen/samen, binnen/buiten. Ze stemt de doelen van de activiteiten af op de cliënt. Ze past de duur van de activiteit aan aan de energie van de cliënt, zodat hij actief blijft. Zij biedt diverse activiteiten aan om te ontdekken wat aansluit bij de cliënt en welke activiteiten een bijdrage leveren aan zijn ondersteuningsvraag. Zij stimuleert de cliënt om in beweging te komen door de cliënt hiertoe uit te nodigen en sluit haar eigen tempo aan bij de cliënt. De beginnend beroepsbeoefenaar laat de EMB-cliënt zo veel mogelijk zelf de regie voeren. Ze ziet en bevestigt initiatieven van de cliënt. Zij let op signalen van de cliënt en speelt hier tijdens de activiteit op in. |
Resultaat |
De EMB-cliënt heeft passende activiteiten aangeboden gekregen. De EMB-cliënt is (voor zover mogelijk) in zijn ontwikkeling gestimuleerd via de aangeboden activiteiten. |
5 van 6
D1-K1-W2: Ondersteunen van de EMB-cliënt bij belevings-, stimulerings- en/of ontwikkelingsactiviteiten
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:
De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Instructies en procedures opvolgen, Plannen en organiseren
Omschrijving
De beginnend beroepsbeoefenaar neemt deel aan werkoverleg en besprekingen met collega’s en andere professionals, zoals arts, gedragsdeskundigen en therapeuten. Zij levert een bijdrage aan de centrale coördinatie van behandeling en ontwikkeldoelen. Zij draagt specifieke informatie over de cliënt over en stemt de ondersteuning van de cliënt af. Ze bespreekt en evalueert met collega’s en/of andere professionals de uitgevoerde activiteiten, observaties, rapportages en dergelijke. Zij levert zo nodig input voor het bijstellen van het handelingsplan/ontwikkelingsperspectief. Zij bevordert contacten tussen de cliënt en de omgeving en legt voor de cliënt externe contacten. Zij geeft externe contacten informatie over de cliënt.
Zij coördineert vanuit een multidisciplinair opgesteld persoonsbeeld van de EMB-cliënt een gezamenlijk ontwikkelingsdoel, zodat andere professionals hier subdoelen uit kunnen afleiden. Ze onderhoudt contact met de familie van de EMB-cliënt. Zij achterhaalt informatie van naastbetrokkenen over de EMB-cliënt en zorgt dat naastbetrokkenen in contact blijven met de cliënt. Zij betrekt hen bij het houden van de eigen regie van de cliënt. Zij beantwoordt vragen van naastbetrokkenen en geeft hen adviezen over de omgang met de EMB-cliënt.
Resultaat
De werkzaamheden van de beginnend beroepsbeoefenaar, haar collega’s en andere professionals zijn onderling afgestemd, waardoor kwaliteit en eenduidigheid gewaarborgd zijn. De beginnend beroepsbeoefenaar heeft op de juiste wijze contact onderhouden met naastbetrokkenen van de cliënt en daarbij relevante informatie uitgewisseld.
Gedrag
De beginnend beroepsbeoefenaar:
De onderliggende competenties zijn: Beslissen en activiteiten initiëren, Aandacht en begrip tonen, Samenwerken en
overleggen, Ethisch en integer handelen, Onderzoeken, Formuleren en rapporteren