Uitleg voltooid deelwoord
Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.
Een voltooid deelwoord eindigt op:
Een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t. Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).
Zie het voorbeeld:
Je kunt ook 't kofschip gebruiken. Haal de - en van het hele werkwoord af, zit de laatste letter in 't kofschip, dan schrijf je een -t. Zit de laatste letter niet in 't kofschip, dan schrijf je een -d.
Zie het voorbeeld:
Ik heb geren...hele werkwoord rennen, -en eraf = ren. De n zit niet in 't kofschip, dus een d. Gerend.
uitleg filmpje voltooid deelwoord https://youtu.be/Ogw4O_nKZD4