Tot 1870 was Frankrijk de meest dominante natie op het Europese vasteland, Duitsland bestond toen uit verschillende landjes binnen een groot rijk. Pruisen was het grootst van al deze "landjes" en een snel groeiende industriële macht. Kanselier Bismarck had het land onder zijn leiding en had maar één doel, van Duitse landjes een eenheid maken.
Zijn plannen werden tegengewerkt door andere grootmachten als Frankrijk en Oostenrijk, zij wilde niet dat er een vierde grootmacht op het vasteland zou komen (naast Frankrijk, Oostenrijk en Rusland). De enige manier om de Duitse landjes te verenigen was volgens Bismarck door middel van oorlog. Voor 1870 voerde hij verscheidene oorlogen, dit zorgde ervoor dat veel landjes zich bij Pruisen aansloten in het Noord-Duitse bond. Om de overgebleven gebieden er ook bij te voegen was nog één oorlog nodig, tegen één gezamelijke tegenstander en dit moest Frankrijk zijn.