De leerling kan beschrijven hoe de atmosfeer op warmt in drie stappen.
De leerling is in staat om een plaats op te zoeken aan de hand van een breedte- en lengtegraad.
De leerling is in staat uit te leggen waarom het kouder is op de polen en warmer is op de evenaar met behulp van de begrippen ‘zonnestraling’ en ‘breedtegraad’.