Opdracht: Draaien
Pak punt Q vast in de afbeelding hier boven. Draai de figuur zó dat hij er weer net zo uit ziet als eerst, maar dan gedraaid.
Stappenplan: Kleinste draaihoek bepalen
1. |
Zet een punt in het midden van de figuur. Zet er |
|
|
2. |
Draai de figuur, totdat het voor het eerst er weer |
|
|
3. |
Bedenk hoe vaak dit gebeurt als je de figuur één |
→ |
3 keer |
4. |
Bereken hoeveel graden hoort bij deze kleinste |
→ |
360° : 3 = 120° |