Hoewel de Romeinen andere godsdiensten met rust lieten, was er toch 1 godsdienst, die verboden was. Het was het Christendom. Deze kleine godsdienstige groep had andere ideeën dan de Romeinen en de Christenen werden vaak gedwongen om hun godsdienst op te geven. Er zijn een aantal redenen waarom de (joods) christelijke mensen gedwongen werden :
Honderden jaren later werd het Christendom steeds belangrijker. Het Romeinse rijk was inmiddels in 2 stukken verdeeld. Het Oostromeinse Rijk en het Westromeinse Rijk. Na de dood van keizer Diocletianus begon er een strijd om de macht over de Romeinse gebieden. Een van de 7 “vechters” was Constantijn. Op een dag in 312 kreeg Constantijn een visioen (soort droom). Hij was net in oorlog tegen zijn tegenstander Maximinius en Constantijn droomde dat hij de schilden van zijn soldaten moest bekladden met Christelijke symbolen (tekens). Omdat Constantijn erg godsdienstig was, deed hij dit. En inderdaad won Constantijn deze belangrijke veldslag. Constantijn dacht dat hij gewonnen had met de steun van de Christelijke god. Als bedankje besloot hij in 313 dat de Christenen niet meer opgepakt mochten worden. Vanaf nu af mocht je dus Christen zijn. In 324 zou hij zelfs al zijn vijanden hebben overwonnen. Hij werd toen keizer over het hele Rijk.
Pas op zijn sterfbed besloot keizer Constantijn om zelf ook Christen te worden. Hij was dus de eerste Christelijke keizer.