Ooit woonde een groot deel van de mensen in dorpen. Het dorp was een plek waar men elkaar min of meer kende, waar de bewoners elkaar op vaste plekken ontmoetten, in een gebedshuis, op de markt of in een winkel. Op de markt en in de winkels waren producten te koop die meestal in het dorp zelf of net buiten het dorp waren gemaakt.
Het was een overzichtelijke gemeenschap. Gesloten ook, er werd immers niet zo veel gereisd. Men kwam nauwelijks het dorp uit en er kwamen weinig bezoekers het dorp in. Men was aan taal en kleding te herkennen.
Sinds een aantal jaren leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Zowel de mobiliteit als de mogelijkheden tot communicatie over grote afstanden zijn enorm toegenomen. Net als de handel. Immens grote hoeveelheden goederen en kapitaal worden wereldwijd getransporteerd, als het moet in razend tempo.
Is de wereld een dorp geworden, één gemeenschap, zoals dat dorp van vroeger? Die vraag krijg je in deze opdracht voorgelegd en het is de bedoeling dat je probeert er een beargumenteerd antwoord op te geven.