Contactlenzen

De breking van het licht wordt bepaald door de bolling van het hoornvlies en de brekingsindex van de overgang van:
lucht --> hoornvlies (voorzijde) , en van
hoornvlies --> kamervocht (achterzijde).

Het voorvlak van het hoornvlies heeft normaal gesproken een brekend vermogen van +49 Dioptrieƫn, het achtervlak een brekend vermogen van -6 D: tezamen dus +43 D.
Door het dragen van contactlenzen wordt de bolling van het voorvlak van het hoornvlies veranderd, en daarmee het brekend vermogen aangepast. Omdat een contactlens dichterbij het oog zit dan een bril, kan de sterkte van een contactlens iets minder zijn dan van een bril.