Machten van negatieve getallen - voorbeeld

Bij even exponenten van negatieve getallen is de uitkomst altijd een positief getal.

bij oneven exponenten van negatieve getallen is de uitkomst altijd een negatief getal.

Voorbeelden:

(-2)2 = 4 (-2)3 = -8 -24 = -16
(-5)4 = 625 (-5)5 = -3125 -54 = -625
(-4)6 = 4096 (-4)7 = -16384 -46 = -4096
(-7)4 = 2401 (-7)3 = 343 -74 = -2401
(-6)6 = 46656 (-6)5 = -7776 -66 = -46656