Grammar - Trappenvergelijking

Trappen van vergelijking

Bijvoeglijke naamwoorden kunnen gebruikt worden om vergelijkingen (comparisons) te maken.
Er zijn grofweg twee soorten vergelijkingen: de ‘comparative’ (vergrotende trap) en de ‘superlative’ (overtreffende trap).

We gebruiken de comparative om twee dingen met elkaar te vergelijken:

We gebruiken de superlative om meer dan twee dingen met elkaar te vergelijken:

In dit voorbeeld wordt New York vergeleken met alle andere steden in de wereld.

Hoe de comparative en superlative worden gevormd hangt af van het aantal lettergrepen van het bijvoeglijk naamwoord.

Eén of twee lettergrepen: -(e)r en -(e)st

  comparative superlative
cheap cheap-er (the) cheap-est
narrow narrow-er (the) narrow-est
large large-r (the) large-st Let op: alleen een -r en -st
big big-ger (the) big-gest

Let op: medeklinker wordt verdubbeld als dat voor de uitspraak nodig is

hot hot-ter (the) hot-test


Twee lettergrepen eindigend op -y: -ier en -iest (dus: y > i)

  comparative superlative
funny funn-ier (the) funn-iest
happy happ-ier (the) happ-iest


Twee, drie of meer lettergrepen: more en most

  comparative superlative
famous more famous (the) most famous
difficult more difficult (the) most difficult

 

Er zijn ook enkele onregelmatige comparatives en superlatives:

  comparative superlative
good better best
bad worse worst
little less least
much/many more most
far farther/further (the) farthest/the furthest


Ook belangrijk: in de comparative wordt vaak het woord ‘than’ gebruikt om aan te geven waarmee iets vergeleken wordt:

Voor extra uitleg klik op onderstaande link.

Extra grammar explanation (and exercises)