Lesopdracht 1

Om je plaats op aarde te kunnen bepalen gebruiken we dus breedtegraden en lengtegraden. Jullie gaan hiermee oefenen door zelf een wereldbol te maken met deze horizontale en verticale lijnen. Je moet netjes en precies werken om de lijnen op de goede plekken te zetten. Daarnaast gaan jullie een eigen windroos maken en met behulp van de atlas gaan jullie voor enkele plaatsen bepalen wat hiervan de coördinaten zijn. Die opdrachten, hieronder verder uitgewerkt.

 

 

Opdracht 1:

Je gaat een eigen aardbol met coördinaten op het bordje wat je hebt gekregen.  Teken eerst de evenaar, daarna de andere breedtecirkels. Teken vervolgens de lengtecirkels en de overige dingen uit het lijstje hieronder.

 

Eisen van jouw aardbol:

 

Opdracht 2:

Maak je eigen windroos. Zoek op google afbeeldingen van een windroos. Er zijn veel verschillende manieren om een windroos te maken, zowel 2D als 3D. Maak nu je eigen versie van een windroos. Wees creatief!

 

Eisen aan de windroos:

 

Na afloop hangen we de windrozen in het stamgroeplokaal op.

 

Opdracht 3:

Pak de atlas. Alle kaarten in de atlas hebben ook breedte- en lengtecirkels. Kijk daarom goed aan de zijkanten van iedere kaart om welke graden het per lijn gaat. Zoek de volgende steden op via een kaart in de atlas. Schrijf de breedtegraden en lengtegraden per stad op om een goede plaatsbepaling te maken per stad. Doe het zoals in het voorbeeld uit de lesstof over Amsterdam: 52°NB 5°OL.

 

Zoek vervolgens nog vijf plaatsen op, met minimaal 5 miljoen inwoners, en noteer de coördinaten van die plaatsen.