De functies van de huid.
Je huid heeft drie functies:
1. Je lichaam op temperatuur houden.
2. Beschermen tegen ziekteveerwerkers
3. Beschermen tegen de zon.
Je huid bestaat uit drie lagen: je opperhuid, lederhuid en onderhuidsebindweefsel.
Je opperhuid is het eerste laag, het bovenst stukje van je huid. Dit is het zichtbare gedeelte, Je opperhuid bestaat uit je hoornlaag en kiemlaag. De hoornlaag is je oude huid en slijt steeds af(zie afbeelding 2). De kiemlaag ondergaat een celdeling, maakt nieuwe huid en vult de hoornlaag van binnenuit.
De volgende laag is je lederhuid hier zitten je talgklieren, zweetklieren, spieren, bloedvaten, zintuigen en haarzakjes met haren.
De zintuigen sturen informatie via signalen door naar je hersenen, bijvoorbeeld de informatie over een wond.
De talg uit de talgklieren zorgt ervoor dat de huid en de haren soepel houdt.
De zweetklieren en bloedvaten helpen je lichaam om je lichaamstemperatuur te regelen.
Het laatste laag en ook je laatste laag van je huid is het onderhuids bindweefsel. Hier lopen je bloedvaatjes en zenuwen en is vet opgeslagen.
Temperatuur
Hoe zorg je ervoor dat je lichaam op temperatuur blijft?
Je lichaamstemperatuur is normaal ongeveer 37°C.
Als je het koud krijgt ga je je inspannen waardoor je warmer wordt.
Eigenlijk gaat dat als volgt.
Je temperatuurzintuigen meten de temperatuur van je lichaam en sturen signalen naar je hersenen. Je hersenen regelen of je moet afkoelen of warmer worden.
Afkoelen:
De bloedvaatjes in je lichaam worden wijder, zodat er meer bloed door je bloedvaten kan stromen. Door meer bloed wordt je huid rood en warm en geeft de extra warmte aan je omgeving
Opwarmen:
De bloedvaatjes worden nauwer, hierdoor stroomt er minder bloed door je bloedvaten.
Een koude huid is door nauwe bloedvaten bleek en de haartjes staan rechtop. Dit noemen we kippenvel.
Als je het koud hebt ga je rillen. Bij rillen bewegen je spieren en komt er warmte vrij.
Je huid beschermt je tegen de kou door de vetlaag die zich in de onderhuidse bindweefsel bevindt.
Je verlaag isoleert de warmte.
Bescherming
Je huid beschermt tegen vuil en ziekteverwekkers. Als je huid beschadigd gaan er signalen naar je hersenen toe.
Als je een wondje hebt in je huid kunnen ziekteverwekkers en vuil in je lichaam terecht komen.
Hierdoor zorgt het lichaam ervoor dat het wondje zo snel mogelijk dicht gaat.
Dit gebeurt door bloedplaatjes en stollingseiwitten(fibrinogeen).
Als je een wondje hebt gaan de bloedplaatjes open en komt er een stofje vrij die reageert met fibrinogeen.
Door deze reactie ontstaat er een netwerk van heel fijn, kleverig draadje: fibrinedraden.
In de draden blijven rode bloedcellen hangen. De draadjes en bloedcellen drogen op tot een korstje en dit heeft bloedstolling.
Hier kan er geen bloed meer uit het wondje. Daarna herstelt de huid zich onder het korstje.
Ook beschermt je huid je tegen de zon.
Als je in de zon staat vangt je huid zonlicht en ultraviolette straling op.
Pigmenten zijn cellen die worden aangemaakt in de kiemlaag, Hierdoor word je bruin. Hoe meer pigmenten hoe donkerder je huid wordt.
Door je pigmenten komen de uv-stralingen minder diep in je huid. De pigmenten beschermen je huid van de zonlicht en uv-stralingen.
Niet elke huidtype maakt evenveel pigmenten. De een heeft meer dan de andere.
Als je weinig pigmenten hebt kan je je huid nauwelijks beschermen en verbrand je je lichaam in de zon.
De cellen in de hoornlaag sterven af en vervel je (zie afbeelding2)
Soms kunnen UV-staling ook je cellen in je kiemlaag beschadigen. Als dit te vaak voorkomt kan dit leiden tot huidkanker.
De huidcellen gaan zich extra snel ophopen en ontstaat er een ophoping van cellen; een gezwel of tumor