Bij dit gedeelte brengen wij alle onderdelen die je de hele tijd hebt gehad bijelkaar, omdat je al deze onderdelen samen kunt verwerken in een boxplot.
Een boxplot kun je op de volgende wijze in elkaar zetten:
Zoals je zit zit elk onderdeel die we samen hebben geoefend in de boxplot.
Zoals je al wist kon je met de kwartielen en de mediaan een reeks met getallen opdelen in 4 gelijke stukken met elk stuk 25% van de gegevens. In de boxplot kun je ook zien hij zo is opgebouwd dat elk stukje 25%.
Maar hoe maak je nou eigenlijk een boxplot?
Van een rij waarnemingsgetallen zal je de kleinste en grootste waarneming moeten bepalen samen met Q1, de mediaan en Q3.
Je maakt een getallenlijn.
Let op: Als je waarnemingsgetallen gaan over bijvoorbeeld tijd in uren komt dit ook als naam onder de as te staan.
Elk van de bovenstaande getallen die je bepaald hebt, krijgt een verticaal streepje boven de as. Daarna maak je de 'box' en trek je lijnstukken van Q1 naar de kleinste waarneming en van Q3 naar de grootste waarneming.
Jaap heeft geen zin om de telefoon op te nemen en laat de telefoon altijd rinkelen.
Hij houdt bij hoeveel keer de telefoon rinkelt voor men op hangt.
7, 3, 8, 6, 8, 5, 4, 5, 3, 6, 2, 6, 9, 1, 2, 7, 5, 8, 7, 6.
Maak een boxplot bij deze gegevens.
Antwoord:
Op volgorde zijn de getallen:
1, 2, 2, 3, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6, 6, 7, 7, 7, 8, 8, 8, 9
De mediaan is 6, Q1 = 3,5 en Q3 = 7.