Je hebt het eerste kwartiel Q1 , de mediaan en het derde kwartiel Q3.
Het eerste kwartiel (Q1) is de mediaan van de eerste helft waarnemingsgetallen.
Het derde kwartiel (Q3) is de mediaan van de tweede helft waarnemingsgetallen.
De mediaan zelf is eigenlijk het tweede of middelste kwartiel (Q2).
De kwartielen verdelen de waarnemingsgetallen in vier groepen met elk 25% van de waarnemingsgetallen.
Hoe vind je ze nou:
Met een even aantal waarnemingen kan je precies mooi vier groepen maken van 25% van het aantal waarnemingen. Elk stukje is dus 25% van de waarnemingen.
Voorbeeld
1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 11
De mediaan is (6 + 7) : 2 = 6,5.
Het eerste kwartiel is de mediaan van de eerste helft getallen:
1, 2, 5, 6 dus Q1 = (2 + 5) : 2 = 3,5.
Het derde kwartiel is de mediaan van de tweede helft getallen:
7, 8, 9, 11 dus Q3 = (8 + 9) : 2 = 8,5.
Bij een oneven aantal waarnemingen onstaat een probleem. Je kunt nooit mooi vier gelijke groepen maken van 25% van het aantal waarnemingen. Daarom ga je eerst op zoek naar de mediaan, omdat het een oneven aantal waarnemingen zijn staat deze precies in het midden. Vanuit daar werk je het verder uit zoals in het onderstaande voorbeeld.