5.2.3. SU

In 1939 was tussen Duitsland en de Sovjet Unie het Molotov-Ribbentrop pact gesloten. Beide staten beloofden elkaar niet te zullen aanvallen en in een geheime clausule werd afgesproken dat de Duitsers Polen tot de helft mochten bezetten en dat de Sovjets de andere helft kregen. Toen Polen later dat jaar daadwerkelijk werd aangevallen door Duitsland en capituleerde, confisqueerden beide landen het voormalig Poolse grondgebied en begonnen ze aan het deporteren en te werk stellen van de Poolse bevolking. Toen Hitler in juni 1941 de Sovjet Unie aanviel en zo het pact tussen de landen verbrak, voegde de Sovjet Unie zich bij de geallieerden. Duitsland begon aan haar tweefronten oorlog en tijdens de opmars naar het oosten stuitten de nazi’s op de lijken in Katyn.

De duizenden lijken werden door de Duitsers opgegraven
en tussen de bomen gelegd als bewijs van de Russische
wreedheid.

In maart en april 1940 executeerde de Russische geheime dienst NKVD - in opdracht van Lavrenty Beria en met goedkeuring van Josef Stalin - ruim 22.000 Poolse officieren en intellectuelen in een bos nabij het kleine dorpje Katyn. De massamoord had tot doel de Pools militaire en intellectuele elite uit te schakelen omdat die later mogelijk verzet tegen de Sovjet-overheersing zou kunnen organiseren. Hun dood bleek een duurzaam verlies voor de Poolse natie. Vervolgens verspreidden de Russen het gerucht dat deze oorlogsmisdaad was uitgevoerd door de Duitsers. Na afloop van de oorlog werd echter al snel duidelijk dat de geallieerden niet overtuigd waren van de Russische versie. Zo weigerden de Amerikanen en de Britten in 1946 de zaak Katyn te laten behandelen als een Duitse oorlogsmisdaad tijdens de Neurenberg processen. Wel verzwegen de geallieerden bewijsmateriaal van de Russische schuld om hun toenmalige bondgenoot Stalin niet tegen de borst te stoten.

Toch was het niet enkel in 1939 dat de Russen de Polen een mes in de rug staken. Ook bij de bevrijding van warshau weigerde Stalin hulp te bieden aan het Poolse verzet, wat resulteerde in een bloedbad.

Oorlogsmisdaden in Polen https://youtu.be/FZpjGxDS5iw

Er vonden ook andere oorlogsmisdaden plaats, zoals het massaal verkrachten van vrouwen.In 1992 publiceerden Helke Sander, Barbara Johr en anderen in ’Befreier und Befreite. Krieg, Vergewaltigungen, Kinder’ een omvattende studie naar de verkrachtingen op grond van de tienduizenden getuigenverslagen en slachtoffergetuigenissen. Zij becijferden dat tussen de herfst van 1944 en de zomer van 1946 twee miljoen vrouwen alleen al in Duitsland door militairen van het vier miljoen manschappen omvattende Sovjetleger werden verkracht. Verkrachtingen waren ook algemeen in andere door de Sovjet-Unie bevrijde staten, met name in Hongarije en Roemenië. Slachtoffer werden Duitse vrouwen maar ook vrouwen die in Arbeitslager en concentratiekampen gevangen zaten, zoals Nederlandse vrouwen in Ravensbrück. De verkrachting vond vaak in gangrapes plaats en 240.000 vrouwen hebben er het leven bij gelaten: vermoord of aan de gevolgen gestorven en ook doordat zij zichzelf het leven benamen. 600.000 zwangere vrouwen ondergingen abortus, in ziekenhuizen die zich in deze ’anarchistische’ jaren niet aan het strafwettelijke verbod op zwangerschapsonderbreking hielden. 300.000 vrouwen voldroegen hun zwangerschap en daaruit werden de Russenkinder geboren. Ter vergelijking moet vermeld worden dat bijna 70.000 kinderen in deze jaren als vader een militair van de westelijke geallieerde bezettingstroepen hadden, maar massaverkrachtingen kwamen in de westelijke bezettingszones niet voor.

Oorlogsmisdaden bij de bevrijding van Berlijn https://youtu.be/ZG4JowkznaE