Hoofdstuk 3, Arme landen meestal van oudsher koloniën

In het filmpje bij paragraaf 2.2 kon je horen dat rond 1545 nieuwe werelddelen werden ontdekt. In deze werelddelen werden koloniën gesticht door Europese landen. De koloniën werden gebruikt als handelspost en er werden grondstoffen geproduceerd die verscheept werden naar het koloniserende land, de kolonisator.

De Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC) werd in 1621 opgericht. De WIC kreeg van de Staten-Generaal het alleenrecht om handel te drijven ten westen van Kaap de Goede Hoop: de West-Afrikaanse kust en Noord- en Zuid-Amerika. De WIC richtte zich onder meer op het plunderen van Spaanse schepen. De WIC en ook de VOC kan je zien als een van de eerste multinationals die elders in de wereld handelsposten hadden en gebruik maakten van lokale arbeid en grondstoffen.

De bereiding van suikerbroden in Brazilië onder het toeziend oog van een opzichter

 

De WIC veroverden delen van Brazilië, waardoor een rijke handel in suikerriet ontstond, de kolonisatie door de WIC duurde niet zo lang, van 1630 tot 1654, toen viel het veroverde gebied opnieuw in Portugese handen. De Nederlanders verplaatsten daarna hun suikerrietteelt met inzet van Afrikaanse slaven naar Suriname.

Nederland koloniseerde een paar kleine gebieden in Afrika, maar Nederland was vooral actief in Suriname, de Antillen en Nederlands-Indië. Andere Europese landen hadden meer koloniën in Afrika. Je gaat in paragraaf 3.1 uitzoeken welke landen waar in Afrika hun kolonie hadden en welke grondstoffen zij verhandelden.