Wanneer de lezer de inleiding van jouw tekst heeft gelezen weet hij twee dingen:
1. waar de tekst over gaat, het onderwerp van de tekst
2. het doel van de tekst: is het een betogende tekst of een opiniërende/beschouwende tekst?
In de kern neem je de lezer mee in jouw redenatie.
Bij een betoog:
Je legt de lezer uit waarom je jouw standpunt hebt: je komt dus met argumenten. Kijk voor de verschillende soorten argumenten bij de theorie in het bestand 'soorten argumenten'.
In elke alinea behandel je 1 argument, dat we het hoofdargument of de bewering noemen. Dit is het belangrijkste argument in de alinea. Dat argument werk je vervolgens verder uit met andere argumenten.
Voorbeeldstandpunt: De studie-uren moeten worden afgeschaft.
Een hoofdargument hierbij kan zijn: we maken al genoeg lesuren. Wanneer je alleen dit argument geeft, ben je niet overtuigend genoeg. De lezer kan nog de vraag hebben: hoeveel lesuren maken leerlingen dan? Of: hoeveel lesuren moeten leerlingen eigenlijk maken? Daarom noemen we een hoofdargument ook wel een bewering: je beweert dat leerlingen genoeg lesuren maken, maar het bewijs geef je niet. Wanneer je dus een bewering geeft, moet je bewijzen met argumenten dat je bewering klopt.
In een betoog geef je ook een tegenargument met een weerlegging. Die horen samen in één alinea. Het tegenargument is niet zo belangrijk, de weerlegging wel. Zorg er voor dat je weerlegging over precies hetzelfde gaat als je tegenargument.
Voorbeeldstandpunt: De studie-uren moeten worden afgeschaft.
Een tegenargument hierbij kan zijn: Leerlingen doen thuis te weinig, dus het is beter dat ze op school studeren.
Een weerlegging hierop moet nu gaan over het thuis leren, want dat is de kern van je tegenargument. Bijvoorbeeld: Veel leerlingen kunnen juist beter thuis leren. Ze hebben daar al hun spullen bij de hand, zitten in een vertrouwde omgeving, wat voor veel meer rust zorgt en ze zich dus beter kunnen concentreren. Bovendien is het in de school juist vaak onrustig, zodat je je moeilijker kan concentreren: leerlingen lopen in en uit de studieruimte, er zijn leerlingen aan het overleggen, de docenten maken veel herrie op de studieruimte.
Bij een beschouwende tekst:
Bij een beschouwende of opiniërende tekst heeft de schrijver geen standpunt; hij laat niet merken wat hij vindt. Sterker nog: vaak is de schrijver zelf ook aan het nadenken over het onderwerp en zet hij allerlei voors en tegens op een rijtje. In de kern van zo'n tekst zorg je er voor dat de lezer dat ook kan doen. Je geeft hem dus voor- en nadelen van een bepaalde maatregel, verschillende oplossingen voor een probleem, of juist verschillende oorzaken van een probleem. Ook kun je verschillende verklaringen voor een bepaalde situatie geven of meningen van verschillende mensen over het onderwerp. Kortom: je kan veel verschillende kanten uit. Zorg er voor dat je wel bij je onderwerp blijft en bij de vraag of het probleem dat je in de inleiding hebt benoemd. Want daar moet de lezer over na gaan denken.
Opdracht 4
Kies een van de twee inleidingen die je hebt geschreven bij de vorige opdracht. Je kiest nu dus voor een betogende of beschouwende tekst.
Opdracht 5
Je gaat brainstormen over de inhoud van de kern van je tekst. Maak gebruik van de artikelen die je hebt gevonden over het onderwerp. Noteer alles wat je denkt dat je kan gebruiken in een schrijfplan. Noteer ook wat je in welke alinea wil zetten. In de bijlage vind je een opzet voor een schrijfplan; je mag het ook op een andere manier doen als je dat fijn vindt. Lees de theorie over de opbouw van een betoog en beschouwing daarvoor nog eens goed door!
Opdracht 6
Bij je inleiding schrijf je een kern van 4 alinea's. Wanneer je kiest voor een betoog maak je 3 alinea's met argumenten voor je standpunt en 1 alinea waarin je een tegenargument met een weerlegging geeft. Wanneer je kiest voor een beschouwing maak je 4 alinea's waarbij je kiest voor een voor- en nadelenstructuur, verklaringenstructuur, probleem-oplossingenstructuur.
Opdracht 7
Lees je kern nog een keer: wat is je beste alinea? Waarom?
Het schrijven van een goede alinea https://www.youtube.com/watch?v=EUgHwHpowKQ