Je kunt een figuur of een afbeelding op verschillende manieren vergroten.
Kijk maar eens naar de verkeersborden hieronder.
Als het verkeerdbord A het origineel is. Dan zijn de borden, B, C en D de vergrotingen. We noemen een vergroting ook wel het beeld.
Bord B is wel groter in de breedte, maar de hoogte is kleiner dan het origineel A. Ook de afbeelding zie er vreemd uit: helemaal plat ten opzichte van het origineel.
Bord C is ook groter in de hoogte, maar de breedte is kleiner dan het origineel B. Deze afbeelding ziet er ook vreemd uit: helemaal smal.
Bord C is groter in de lengte en de breedte in vergelijking met het origineel. Ook ziet de afbeelding D er nog steeds uit zoals het origineel. Als je gaat controleren dan zul je zien dat de verhouding van de lengte en de breedte, bij zowel het origineel A als het beeld D gelijk zijn aan elkaar.
Daarom is het beeld D een vergroting van het origineel A.
We zeggen dan ook wel dat van twee figuren de één een vergroting van de ander is als: