Oppervlakte - voorbeeld 1

Soms is het handiger om een figuur eerst uit te breiden en er dan weer stukjes af te halen. Dezelfde figuur kun je dan ook als volgt aanpakken:

Oppervlakte uitgebreide figuur (I)  = 7 × 5 = 35

Oppervlakte II = (1 × 1) : 2 = 0,5

Oppervlakte III = (4 × 2) : 2 = 4

 

Oppervlate zeshoek ABCDEF = 35 - 0,5 - 4 = 30,5

 

In dit geval maak je minder berekeningen (en dus minder kans op fouten!) en gaat het sneller.

De uitkomst blijft hetzelfde.