Als je het preparaat wat je gemaakt hebt onder de microscoop bekijkt, moet je dit ook tekenen. Voor het maken van biologische tekeningen zijn een aantal regels:
Schrijf linksboven aan je tekenpapier: Titel, type tekening (detail of overzicht), aanzicht (boven of zij), de vergroting welke je gebruikte en of je een kleuring hebt gebruikt.
Schrijf rechtsboven aan je tekenpapier: je naam, je klas en de datum.
Probeer je tekenening altijd aan de linkerkant van je papier te maken zodat je rechts ruimte overhoud om de onderdelen die je ziet te benoemen. Trek vanaf de onderdelen een rechte lijn naar rechts en schrijf hier achter wat je ziet.
Daarnaast:
- gebruik je een scherp hb of 2h potlood.
- teken je eerst in dunne lijntjes je tekening zodat je nog kunt gummen.
- gebruik je geen kleurpotloden!
- teken je afzonderlijke cellen niet te klein (minimaal 5 cm lang).
- teken wat je ziet, niet wat je denkt te moeten zien.
Kijk naar de onderstaande tekeningen, schrijf voor jezelf op wat er beter zou kunnen.

