Blad

Bladeren zijn om meerdere redenen belangrijk voor een plant, maar de belangrijkste redenen zijn verdamping en fotosynthese. Doordat de bladeren water verdampen trekken ze vocht en voedingsstoffen vanuit de wortels omhoog. Vergelijk het maar met een rietje; als je aan de bovenkant zuigt, komt er water vanuit de onderkant omhoog.

Fotosynthese is ook voor ons heel belangrijk, dit is namelijk het proces waarbij zuurstof gemaakt wordt door de plant. Kort gezegt kan een plant met behulp van zonlicht zuurstof en suikers maken van koolstofdioxide en water. De suikers gebruikt de plant zelf om te groeien en de zuurstof geeft hij af aan de lucht zodat wij (maar ook de plant zelf!) dit weer kunnen inademen.

 

Groei

Ook de groei van een blad begint in het meristeem (stamcellen die nog niet gespecialiseerd zijn). Een blad heeft aan zowel de boven als de onderkant een laag huidcellen (Epidermiscellen) waartussen zich vulweefsel (parenchym) bevindt met daarin vaatbundels (primair en secundair floeem en xyleem). Hoewel we het parenchym vulweefsel noemen is het natuurlijk niet alleen maar opvulling; in het parenchymweefsel bevinden zich namelijk de cellen met bladgroenkorrels die zuurstof maken.

De bovenste laag parenchym in een blad bestaat uit één of twee lagen palisadeparenchym; dit zijn langwerpige cellen die heel veel bladgroenkorrels bevatten. Onder dit palisadeparenchym ligt het sponsparenchym. In dit weefsel zitten veel holtes (net als in een spons) waardoor gaswisseling mogelijk is. Aan de onderkant van het blad zitten huidmondjes waardoor deze uitgewisselde gassen het blad ook uit kunnen.

Dwarsdoorsnede van een Nerium (oleander) blad.