Omtrek

In een rooster kun je de lengte van sommige lijnstukken tellen.
Soms ligt een lijnstuk niet op een roosterlijn.
Je meet dan de lengte met een liniaal.
De lengte van 'kromme' gedeelten moet je schatten.

De omtrek van deze figuur is:

AB + BC + CD + DA ≈ 4 + 5 + 6,1 + 6 = 21,1