- Maak grote tekeningen op A4 papier. Twee tekeningen op één zijde.
- Teken met potlood. NIET met stift of pen.
- Teken eerst met dunne lijnen de omtrek, dan de andere delen. Daarna kun je ze duidelijker maken.
Let op: Niet schetsen!
- Alleen tekenen wat je ziet. Let ook op de juiste verhoudingen
- Teken niet te ingewikkeld.
- Zet rechts boven in de hoek onder elkaar: je naam, klas en datum.
- Zet boven de ruimte waar je gaat tekenen een titel (of welke opdracht het is) . Verder zet je daar netjes onder elkaar de volgende zaken:
Schematisch of natuurgetrouw?
Dwarsdoorsnede/ lengtedoorsnede/ bovenaanzicht?
Vergroting?
- Benoem de onderdelen. Maak met een lineaal horizontale lijnen en zet de onderdelen naast de lijn.
- Werk netjes
Extra: Teken bij plantencellen ook altijd de celwanden van de aanliggende buurcellen
Zie ook de afbeeldingen van bioplek: https://biologiepagina.nl/34mavo/organenencellen/tekenregels.htm