2.5 Woordformules en 2.6 Formules met letters

Met een woordformule kun je op een snelle manier iets uitrekenen.

Er staat een woord IN de formule waarmee je bewerkingen moet uitvoeren. En er komt een woord UIT de formule en dat is de uitkomst van de berekening.

 

Voorbeeld: aantal dagen x 50 + 40 = bedrag in euro's

In de wiskunde willen we graag alleen leters gebruiken dus zo:

                 a x 50 + 40 = b  (a= aantal dagen en b= bedrag in euro 's)

En ook met de volgorde wordt gestoeid. We weten namelijk dat x toch eerst moet en dan pas - of +

Dus dezelfde formule kan ook zo: 40 + 50 x a = b

 

De volgende stap is dat we zelf het "x-teken" niet meer opschrijven.

 

40 + 50a = b   of    50a + 40 = b

 

10a betekent (10 keer a)   10 x a=

Wanneer a het getal 2 is, krijg je 10 x 2 = 20

5b betekent ( 5 keer b) => wanneer b bijvoorbeeld 6 is: 5 x 6 = 30