In de vorige beroepsopdracht heb je alles geleerd over een werkorder. Aan de hand van een werkorder maak je een factuur. In deze opdracht leer je een factuur te maken.
Bekijk van een factuur de algemene voorwaarden en waar deze vermeld staan.
Lees dit door.
Bekijk een factuur zoals die wordt gemaakt voor een klant. Verwijder voor deze opdracht de klantgegevens en neem de factuur mee naar de les. Bespreek onder leiding van de docent de verschillen en overeenkomsten tussen de facturen. Maak naar aanleiding van het klassengesprek een verslag over de overeenkomsten en verschillen.
In deze opdracht maak je in de werkplaats op school facturen van de gemaakte werkorders uit beroepsopdracht 5.
(Het gaat hier om de casussen uit opdracht 1.2 van beroepsopdracht 5)
Nadat de factuur gemaakt is, volgen er nog een aantal stappen. Ga na welke stappen dit zijn en volg de weg die de factuur volgt (boekhouding). Let hierbij op o.a. op de manier waarop de klant de factuur krijgt en de manier van betalen. Werk dit uit in een flowchart en licht elk vakje van de flowchart toe.