Metaforen in werkwoorden

In klas 2 heb je geleerd wat een metafoor is en hoe je een metafoor herkent. Ook werkwoorden worden vaak als metafoor gebruikt. Het werkwoord wordt dan niet letterlijk bedoeld, maar heeft een figuurlijke betekenis. 

Enkele voorbeelden:

De coureur schoot weg in de snelle raceauto. 
Veel huishoudelijke apparaten vreten stroom.
De muzikanten barsten van het talent.

Om een metafoor in een werkwoord te herkennen, vraag je je dus af of het werkwoord letterlijk wordt bedoeld. 

 

Oefeningen:

Oefening 1
Oefening 2
Oefening 3
Oefening 4