Samengestelde zinnen ontleden

Het ontleden van een samengestelde zin is niet zoveel anders dan het benoemen van een enkelvoudige zin. Wel is het belangrijk om de verschillende hoofd- en bijzinnen van elkaar te scheiden en elke zin apart te ontleden. Bijzinnen zijn, zoals je eerder in dit blok leerde, onderdeel van de hoofdzin en die benoem je dus ook als een zinsdeel van die hoofdzin.

Let op: Voegwoorden en betrekkelijk voornaamwoorden horen bij de bijzin, maar voegwoorden benoemen we niet als zinsdeel.

Vb. De barbecue / werd / afgelast / omdat het begon te onweren.

PV = werd
WG = werd afgelast
OW = de barbecue
LV = /
MV = /
VZV = /
BWB = omdat het begon te onweren.

Bijzin: (omdat) het / begon te onweren.

PV = begon
WG = begon te onweren
OW = het
LV = /
MV = /
VZV = /
BWB = /

 

Vb. De jongen die werd weggestuurd, / moest / na de les / strafwerk / maken.

PV = moest
WG = moest maken
OW = de jongen die werd weggestuurd
LV = strafwerk
MV = /
VZV = /
BWB = na de les

Bijzin: die werd weggestuurd

PV = werd
WG = werd weggestuurd
OW = die
LV = /
MV = /
VZV = /
BWB = /