We hebben een broertje gekregen, wat we allemaal heel leuk vinden.
We hebben een broertje gekregen, dat we allemaal heel leuk vinden.
Het woord wat in de eerste zin verwijst naar We hebben een broertje gekregen; we vinden het leuk dat we een broertje hebben gekregen.
Het woord dat in de tweede zin verwijst naar een broertje; we vinden het broertje leuk.
Lees nu ook de volgende twee zinnen:
Dit schrift is het enige wat ik uit mijn schooltijd heb bewaard.
Dit schrift is het enige dat ik uit mijn schooltijd heb bewaard.
Waarnaar verwijst wat in de eerste zin?
En waarnaar verwijst dat in de tweede zin?
Wat is het verschil in betekenis tussen beide zinnen?
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.