
In deze woordenschatopdracht staan verwijswoorden centraal.
Bekijk eerst onderstaand filmpje.
Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Verwijswoorden'.
De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Activiteiten
| Stap | Groepsgrootte | Activiteit |
| Stap 1 | Alleen | Bestudeer het Kennisbankitem 'Verwijswoorden'. |
| Stap 2 | Alleen | Zoek verwijswoorden in de tekst. |
| Stap 3 | Alleen | Bekijk de tekst zonder verwijswoorden. |
| Stap 4 | Alleen+ samen | Zet de zinnen in de juiste volgorde. |
| Stap 5 | Alleen + samen | Wat of dat? |
| Stap 6 | Alleen | Maak de eindtoets: 'Verwijswoorden'. |
Benodigdheden
Een computer met een internetverbinding.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer één lesuur nodig.