Du bist jetzt schon einige Tage auf dem Campingplatz.
Du hast deine neuen Freunde einige Male gesehen und mit ihnen geschwommen, Fußball, Tischtennis und Volleyball gespielt.
Natürlich habt ihr auch über verschiedene Themen, z.B. euer Hobbys und Musik gesprochen. Jetzt unterhältst du dich mit einem deiner neuen Freunde darüber, wie ihr wohnt, wie eure Haus aussehen usw. Führt ein Gespräch darüber, wie ihr wohnt. Erzählt so viel wie möglich, z.B.
Je bent al enkele dagen op de camping.
Je hebt je nieuwe vrienden een paar keer ontmoet en met hen gezwommen, gevoetbald, getafeltennist en gevolleybald.
Natuurlijk hebben jullie ook over verschillende onderwerpen gepraat. Bijvoorbeeld over jullie hobby's en jullie favoriete muziek. Nu praat je met één van je nieuwe vrienden over jullie huis/woning.
Maak tweetallen.
Voer een gesprek over hoe jullie wonen. Voer een gesprek hierover. Vertel zo veel mogelijk, bijvoorbeeld:
Hört euch einige Gespräche in der Klasse an oder bittet euren Lehrer um eine Beurteilung.
Luister in de klas naar een aantal gesprekken of vraag je leraar om een beoordeling.