Wörter Essen und Trinken

Bij deze opdracht ga je woorden vertalen van het Duits naar het Nederlands en deze bij de juiste plaatjes opschrijven.

Hoe ga je te werk?

- Je opent het worddocument Aufgabeblatt Essen und Trinken en print het uit. Denk eraan dat je enkelzijdig uitprint. Dat werkt makkelijker.

- Knip de randjes eraf en plak de bladen in je schrift.

- Daarna ga je de woorden van het Duits naar het Nederlands vertalen. Gebruik hiervoor http://www.mijnwoordenboek.nl

- Schrijf de Nederlandse woorden en de Duitse vertaling onder het juiste plaatje.

Aufgabeblatt Essen und Trinken

 

Het gaat om de volgende woorden:

Rosenkohl

der Käse

der Zucker

Teller mit Pommes

der Teller

der Porree

Pfannkuchen

Kaffee und Kuchen

das Mineralwasser

die Möhren

die Gurke

der Becher

Wurst mit Senf und Brot

der Apfelsaft

die Marmelade

die Milch

die Rote Rüben

die Nudeln

die Gabel

Sauerkraut

die Kartoffeln