How was the zoo?
Situation
Situatie
You've been to the zoo.
Je bent naar de dierentuin geweest.
Tell your friends:
Vertel aan je vrienden:
Tip:
Ask two classmates to listen to and comment on your conversation.
Vraag twee klasgenoten te luisteren en commentaar te geven op je gesprek.
Assessment
Beoordeling van de taak
You've done well if:
Je hebt het goed gedaan als:
Kijk in onderstaande tabel of je de punten in de tabel voor jezelf zou beoordelen als goed, voldoende of onvoldoende.
GOED |
VOLDOENDE |
ONVOLDOENDE |
|
De juiste woorden kennen en gebruiken |
Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen. |
Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen. |
Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om me voor te stellen en de informatie te vragen. |
Grammatica – zinnen maken |
Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes. |
Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes. |
Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband. |
Duidelijk -vloeiend spreken |
Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door. |
Ik praat redelijk vlot door, met af en toe een aarzeling. |
Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie. |
Uitspraak |
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt met wat moeite verstaanbaar voor mijn klasgenoot. |
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot. |
De uitspraak van wat ik geleerd heb, klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot. |
Overbrengen van de boodschap |
Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil. |
Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel. |
Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel. |
Bespreek jouw beoordeling van jezelf met je klasgenoot. Is hij/zij het eens met de beoordeling die jij jezelf hebt gegeven? Bespreek nu de beoordeling van je klasgenoot.