Grootheid: = wat je meet.
Eenheid: = waarin je de grootheid meet.
Er kunnen meerdere eenheden bij dezelfde grootheid horen.
Voorbeeld; de grootheid lengte kan je meten in de eenheden: mm, cm, dm, m, km
Zie onderstaande tabel voor voorbeelden van grootheden met bij behorende eenheden:
|
Grootheid |
symbool |
Eenheid |
|
lengte |
l |
mm, cm, m, dm km |
|
massa |
m |
g, kg |
|
kracht |
F |
N (Newton) |
|
tijd |
t |
s, min, uur, dag, week, maand, jaar |
|
dichtheid |
rho |
g/cm3, kg/m3 |
|
volume |
V |
cm3, dm3, m3, mL, L |