De tekst hieronder gaat over de emigratie uit West-Duitsland. De emigratie uit Oost-Duitsland is in de voorgaande tekstblokken besproken.
West-Duitsland kende tussen 1945 en 1950 een grote uittocht van emigranten. Zij gingen vooral naar de Verenigde Staten, Australië en Canada. Duitse emigranten vertrokken vanwege allerlei redenen. Duitsland had te kampen met enorme verwoestingen als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, de economische vooruitzichten waren niet goed en het land had met allerlei beperkingen te maken die de Geallieerden (de tegenstanders van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog) hadden ingesteld. Zo werd allerlei wetenschappelijk onderzoek verboden. Dit verbod werd in 1955 weer opgeheven. De Verenigde Staten, Canada en Australië moedigden Duitse emigranten aan om er zich te vestigen en te werken.
In de late jaren ’50 en in de jaren ’60 trok de Duitse economie aan, waardoor meer mensen werk vonden en de welvaart steeg. De stijgende welvaart wordt ook wel het ‘Wirtschaftswunder’, oftewel het economische wonder, genoemd. De steden, industrie en economische infrastructuur werden weer hersteld en er was veel werk beschikbaar. Het economische wonder bracht de bevolking meer zelfvertrouwen na de zware oorlog. Er kwam een nieuwe munteenheid, de ‘Deutsche Mark’, die heeft bijgedragen aan de economische groei. Duitsland kreeg een pensioenstelsel en werd bovendien een echt exportland. Het was toen goedkoop om in Duitsland te produceren. Er werden veel investeringen gedaan en dit wierp vruchten af. Onder andere de auto-industrie verkocht steeds meer en de VW-Kever werd het symbool van het economische wonder.
Door het Wirtschaftswunder én het feit dat de Verenigde Staten minder migranten toeliet vanaf de jaren '50, daalde de Duitse emigratiecijfers. Ook naar Canada en Australië verhuisden minder Duitsers.