WEEKTAAK (DEADLINE = 29 november 23.59u) |
NN-online: H3 Spelling – Meervouden op -en → opdr. 1 t/m 3, 5 NN-online: H4 Spelling – Meervouden op -s → opdr. 1 t/m 4, 6 NN-online: Poëzie & Fictie – Deel C → opdr. 4 + 5 |
LES 1 - Instructie
Meervoud op -en
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en:
feest → feesten; uitnodiging → uitnodigingen; verjaardag → verjaardagen
Zo maak je een meervoud op -en
Zet -en achter het enkelvoud: taart → taarten; fooi → fooien; merk → merken
Soms moet je ook:
• de laatste letter verdubbelen: vlag → vlaggen; blik → blikken; bel → bellen
• een a, e, o of u weglaten: jaar → jaren; steen → stenen; boot → boten
• een -f veranderen in een -v-: schijf → schijven
• een -s veranderen in een -z-: muis → muizen
Zo maak je het meervoud van woorden op -ee en -ie
Meervouden op -s
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en, maar er zijn ook zelfstandige naamwoorden met een meervoud op -s.
Zo maak je een meervoud op -s:
Let op! Bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen één klank vormen, schrijf je in het meervoud de -s aan het woord vast: milieu → milieus, etui → etuis, gameboy → gameboys. Maar: cavia’s en radio’s, want hier klinken de klinkers niet samen: ca-vi-a, ra-di-o. |
LES 2 - Zelfstandig werken
LES 3 - Literatuur