Weg - Jowi Schmitz

Boekverslag weg

samenvatting

De bijna 15-jarige Anna woont met haar ouders, haar oudere broer Wiggert en een aantal pleegkinderen in Huize Landvoorzand. Haar ouders maken nadrukkelijk geen onderscheid tussen de eigen kinderen en de pleegkinderen. Ze voeren deze gelijkheid tot in het absurde door. Er is nauwelijks of geen aandacht voor het individuele kind, er zijn strenge huisregels en wie zich daar niet aan houdt, wordt als straf dagenlang genegeerd. Anna voelt zich niet op haar gemak in het gezin en besluit weg te lopen met haar 17-jarige pleegbroer Robin, op wie zij verliefd is. Robin verongelukt de dag voor hun geplande vertrek. Anna vertrekt op eigen houtje. Ze kruipt in de huid van Robin door zijn jas aan te trekken en zijn naam aan te nemen. Zo probeert ze ook zijn dapperheid te lenen.

Anna krijgt een lift van Mammita, een vrouwelijke vrachtwagenchauffeur, die onderweg is naar Barcelona. Bij pech onderweg krijgen zij hulp van een collega van Mammita, Has. Ze brengen de nacht door op een stil plekje in een bos: Mammita en Has elk in hun eigen vrachtwagen, Anna in de buitenlucht. Daar wordt ze geconfronteerd met de keerzijde van de vrijheid: eenzaamheid en angst. Ze is bang voor elk geluid. De volgende dag gooit Anna onderweg haar mobiele telefoon uit het raam van de vrachtwagen. Ze verbreekt daarmee definitief het contact met het thuisfront. Onderweg viert ze in haar eentje haar verjaardag.

Eenmaal aangekomen in Barcelona staat Anna er helemaal alleen voor. De eerste nacht brengt ze door in de open lucht in een stadspark. Opnieuw voelt ze angst, die wordt versterkt doordat ze wordt achtervolgd door een zwerver. Op haar tweede dag in Barcelona sluit ze zich aan bij een aantal straatartiesten. Deze groep staat onder leiding van Barry die zichzelf ‘Koning van de straat’ noemt. Barry benoemt Anna tot zijn schildknaap en deelt zijn onderdak, het portaal van een flat, met haar. Verder vindt ze troost bij een jonge kauw, die ze in het park gevonden heeft. Tijdens haar omzwervingen door Barcelona en op een hippie-achtig feest ontmoet Anna veel vreemde personen, die net als zij ‘uitbijters’ zijn, buitenbeentjes, die niet passen in het gewone leven. In deze verwarrende periode denkt ze veel na over de voor- en nadelen van ‘vrij zijn’, los van haar familie. Tijdens een van haar zwerftochten treft ze bij het standbeeld van Columbus een andere moeder van wie ze enkele dagboekaantekeningen leest die haar aan het denken zetten over haar eigen moeder.

Wanneer ze voldoende moed heeft verzameld, belt ze met haar moeder en noemt een tijd en een plaats waar ze op haar ouders zal wachten. Op het genoemde tijdstip wacht ze tevergeefs. De dag van de geplande ontmoeting met haar ouders is ook de dag waarop de inmiddels overleden Barry wordt begraven. Anna ontvangt die dag twee cadeautjes. Van Barry erft ze driehonderd euro. Daarmee kan ze weer een tijdje vooruit. Van haar broer Wiggert krijgt ze per post de blauwe stuiterbal waarmee Robin voortdurend speelde. Anna krijgt door deze erfenissen inzicht in haar eigen drijfveren én die van haar moeder. Het lijkt alsof daardoor een knop wordt omgedraaid. Dat geeft haar de moed om haar eigen naam Anna weer aan te nemen en het leven zelfstandig tegemoet te gaan.

 

 

 

 

 

 

 

onderwerpen

Weg beschrijft de innerlijke groei van een personage naar volwassenheid. De relatie met Anna’s ouders, in het bijzonder haar moeder, is onderdeel van dit proces naar volwassenheid en vormt een tweede thema. Haar eerste verliefdheid (op Robin) krijgt door zijn plotselinge dood niet de kans zich te ontwikkelen. In Barcelona sluit Anna vriendschap met een enkele bijzondere mensen. Deze helpen haar in de zoektocht naar haar identiteit.

Een belangrijke rol is weggelegd voor de vraag: wat is vrijheid? Anna wordt herhaaldelijk geconfronteerd met de keerzijde van vrijheid. ‘Wel leuk die vrijheid maar ze mogen er weleens een richtingaanwijzer bij zetten’ (p. 114). ‘Vond je de vrijheid, beviel het niet’(p. 176).

Een verlaten zwembad in Barcelona herinnert Anna aan een bijna-verdrinking in de Trevi-fontein, toen ze klein was. Dit staat symbool voor het verdrinken in emoties. ‘Uiteindelijk sta je helemaal alleen met je kop onder water en weet je niet meer waar de lucht is’ (p. 33). Anna stapt uiteindelijk vrijwillig in de fontein in Barcelona om te laten zien dat ze haar angsten heeft overwonnen. Het zwembad staat voor verschillende manieren van leven: je kunt je mee laten drijven op de stroom (wat de vader van Anna doet), steeds dezelfde baantjes trekken (wat de moeder van Anna doet) of over de rand klimmen (wat Anna zelf doet).

 

Titel en motto’s

De titel Weg drukt precies uit wat Anna wil: weg (van haar ouders). Bovendien verwijst de titel naar de letterlijke weg die Anna aflegt. In figuurlijke zin staat de titel symbool voor de weg naar volwassenheid. De ondertitel ‘Eén dode, 1500 km asfalt en een kauwtje voor de troost’ vormt een ultrakorte samenvatting van de inhoud. De dode is Robin, de 1500 km asfalt de afstand tot Barcelona. Het kauwtje is net als Anna ‘Een kind dat zijn familie kwijt was’ (p. 115). Deze kauw staat symbool voor overleven, aanpassingsvermogen, trouw en geven.

Het motto ‘Als je maar hard genoeg rent, weet niemand waar je bent’ (p. 6) is ontleend aan de gelijknamige theatervoorstelling van Jetse Batelaan uit 2016. In deze voorstelling beweegt alles en gebeurt er veel op, achter en rondom het toneel. In Weg beweegt ook alles; Anna staat geen moment stil. Ze wordt daardoor onzichtbaar voor haar ouders, totdat ze er zelf voor kiest om zich weer te laten zien.

 

 

 

 

 

 

 

opbouw

De roman telt 31 korte, getitelde hoofdstukken. De hoofdstuktitels verwijzen naar observaties van Anna (‘Bh-rollades’, p. 69), gebeurtenissen (‘Jarig in de kast’, p. 77), een personage (‘De parkwachter’, p. 111), betekenisvolle beeldspraak (‘Brokjes heet zand’ p. 141), of een levenswijsheid (‘Het gaat altijd om de liefde,’ p. 203). Het boek sluit af met een dankwoord van de auteur, waaruit blijkt dat zij zes jaar aan het boek heeft gewerkt.

Het verhaal wordt verteld in de derde persoon, een ‘zij’-perspectief. De gebeurtenissen worden bekeken door de ogen van Anna. Het verhaal bevat veel flashbacks waarin Anna terugdenkt aan wat er in het verleden is gebeurd. De flashbacks maken duidelijk waardoor Anna zich eenzaam voelt. Een bijna verdrinking in de Trevi-fontein in Rome, een familie-uitje waarbij ze zich alleen moest redden bij het ezeltje rijden en niet meer mee mogen doen aan voorleesritueel in het bed van haar ouders. Robin is al vele uren dood, voordat Anna dit te horen krijgt.

De gebeurtenissen in de roman beslaan een periode van enkele weken. Het tijdstip waarop Anna en Robin het plan opvatten om weg te lopen is niet precies gegeven. Op 28 juni zoekt Anna telefonisch contact met haar moeder en noemt de datum 1 juli voor een afspraak. Daarvóór is ze twee nachten onderweg geweest en heeft ze tenminste één nacht in een park in Barcelona overnacht, één nacht in het trapportaal bij Barry en één nacht zwervend over straat.

De roman speelt zich af onderweg naar en in Barcelona. Een belangrijke locatie is het standbeeld van Columbus, aan het einde van de Ramblas in Barcelona. Het beklimmen van die toren is symbolisch voor de weg die Anna moet afleggen naar volwassenheid.

De flashbacks roepen op twee manieren spanning op. Over wat er in het verleden is gebeurd, waardoor Anna zich zo verlaten voelt, en over hoe het in het heden verder gaat. Tijdens de rit naar Barcelona en in die stad ontstaat spanning doordat Anna in onbekende, dreigende situaties terecht komt. Ze moet een aantal nachten doorbrengen in de open lucht, ontmoet enge mannen en belandt op een vreemd feestje.

 

Personages

Anna wordt door haar ouders letterlijk niet gehoord: ‘Elke dag wilde ze iets zeggen, iets waardoor ze [haar ouders] haar zouden zien. Maar haar stem werd alleen maar zachter, alleen Robin verstond haar nog’ (p. 9). Haar ouders waren niet van plan een tweede kind op de wereld te zetten, tot haar broer Wiggert doodziek werd. ‘Maar nood breekt wet, nog één jongetje dan, dat werd Anna. “Geeft niks hoor,” had haar moeder altijd gezegd. “Jij kon er ook niks aan doen.”’ (p. 64). Hierdoor voelt Anna zich niet geaccepteerd, een ‘buitenbeentje’. Een van de weinige dingen die ze op reis meeneemt, is een zeehondenknuffel. Haar verdriet over de dood van Robin reageert ze af op deze knuffel door zijn kop eraf te knippen. Kort daarna naait ze deze provisorisch weer aan. ‘Anna was net als haar zeehond doormidden geknipt en toen losjes die kop er weer aan’ (p. 67). Aan het eind van het boek repareert Barry de zeehond met gouddraad als symbool voor het (helings)proces dat Anna heeft doorgemaakt.

Robin is in de pleegzorg beland nadat zijn vader zijn moeder heeft doodgeslagen. Robins vader zit in de gevangenis. Robin is volgens de maatschappelijk werkster die hem in Huize Landvoorzand aflevert een bijzonder geval. ‘Dit is een taaie, een echte survivor. Die luistert alleen naar zichzelf’ (p. 10). Hij bevestigt dit beeld door op de avond van zijn aankomst weg te lopen. Robin doet vaak filosofische uitspraken, waar Anna houvast bij zoekt. ‘Het leven geeft geen cadeautjes. Als je iets wilt, moet je het zelf doen. (…) Bang zijn is geen optie’ (p. 7) en ‘Wie stilstaat sterft’(p. 10). Robin wordt overreden doordat hij, tegendraads, niet bij een zebrapad aan de voorkant van een bus de weg oversteekt, maar langs de achterkant. Hij snijdt zichzelf (automutilatie). Hij heeft altijd een blauwe stuiterbal bij zich. Hij heeft zo’n bal achtergelaten in de kist van zijn moeder. ‘Het stukje van mij dat alleen mijn moeder kende was weg. Daarom die stuiterbal. Voor dat stukje. Snap je?’ (p. 69). Anna ontvangt via Wiggert van Robin een blauwe stuiterbal als verjaardagscadeautje, met daarbij een slordig afgescheurd papiertje met de tekst ‘Van mij’ (p. 218), gevolgd door een getekend hartje. Robin laat zo een stukje van zichzelf bij Anna achter. Bij de begrafenis van zijn moeder heeft Robin zijn zakken gevuld met zand van de begraafplaats. Hij heeft dit zand verstrooid. ‘Overal een beetje. Als iemand er niet meer is, dan is ze van jou. Dan mag jij helemaal zelf weten hoe je dag zegt’ (p. 70). Ter nagedachtenis aan Robin doet Anna in Barcelona hetzelfde.

Anita Huis is de moeder van Anna. Haar achternaam is veelzeggend. Moeder Anita blijft namelijk altijd thuis. Ze is zelf door haar ouders als kind in een kindertehuis achtergelaten. Moeder Anita verbergt haar verdriet achter een ‘parelend lachje’ (p. 11, 155). ‘lachen omdat je niet weet hoe je moet huilen, dat is wat haar moeder deed’ (p. 163).

Mammita is de chauffeur die Anna oppikt. Ze is uitzonderlijk klein en zit op een stapel telefoonboeken achter het stuur. Haar naam is betekenisvol: kleine mama. In tegenstelling tot Anna’s echte moeder waardeert zij Anna wel. ‘”Blijf jezelf,” zei Mammita. “Want ik vind jou helemaal goed zo.”’ (p. 89).

Barry is een ‘Orka-achtige oude man met rossig-grijs haar en een rooie kop’ (p. 93). Hij is straatmuzikant en noemt zichzelf ‘Koning van de vrijheid’ (p. 134). Bij hun eerste ontmoeting draagt hij Anna op om geld op te halen voor zijn optreden. De dag daarna redt Anna hem wanneer hij door drie jongens wordt lastiggevallen. Barry had ooit een vrouw en twee kinderen in Amerika. Anna en Barry voelen zich verwant omdat ze beiden ‘outliers’ (p. 130) zijn; buitenbeentjes die niet in passen in het ‘gewone’ leven.

 

Taal en stijl

Het verhaal wordt verteld in korte, staccato zinnen, soms van maar één woord. ‘Anna haalde diep adem. Nu. Nee nu. Nu. Ze zette af, glibberig, iets ruws, houvast, doorzetten nu, reiken met haar handen.’ (p. 16).

Gedachten en dialogen wisselen elkaar af. Daarnaast bevat het verhaal veel uitgesproken (tegeltjes)wijsheden. ‘Wij doen elkaar pijn niet omdat we dat willen, maar om wie we zijn’ (p. 27). ‘We gaan nergens heen en op zijn best berusten we daarin (p. 49).’ ‘Weglopen is makkelijk, maar zorg maar eens dat je ergens naar toe gaat.’ (p. 96).

Verschillende voorwerpen staan symbool voor emoties. Anna maakt haar knuffel kapot, symbolisch voor haar boosheid om de dood van Robin. Het zand dat ze in Barcelona verstrooit is een herinnering aan Robin, die datzelfde deed ter nagedachtenis aan zijn overleden moeder. Met de blauwe stuiterbal laat Robin een stukje van zichzelf bij zijn moeder en bij Anna achter. Het zand en de stuiterbal staan symbool voor het verdriet om de dood, maar ook voor de liefde van Robin voor zijn moeder en voor Anna.

Schmitz associeert gebeurtenissen in het heden vaak met herinneringen uit het verleden. Het ‘ezelachtige’ lachje van Mammita (p. 43) roept bijvoorbeeld de herinnering op aan een familiebijeenkomst met ezeltje rijden. Het verhaal flitst hierdoor heen en weer in de tijd. Dit symboliseert de chaotische gevoelens van Anna.

Eén zinnetje keert in Weg steeds letterlijk terug: ‘Ze missen je heus wel’ (p. 63, 86, 146, 149). Het begint als een bemoedigend sms-je van broer Wiggert. ‘Ze’ dat zijn de pleegbroertjes en -zusjes en Anna’s ouders. Hetzelfde zinnetje krijgt een pijnlijke lading wanneer moeder Anita dit herhaalt in een telefoongesprek met Anna. ‘Anna. Ze missen je hoor, kindje’ (p. 155). Moeder Anita gebruikt niet het intieme we of ik, waar Anna naar hunkert, maar het afstandelijke ze.

http://uittrekselbankjeugd.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee-jeugd/detail?tek_id=583117

 

Mening over het boek

Ik vond “weg” echt een heel goed boek. Het begin vond ik een beetje vreemd, het kwam een beetje mistroostig over. een kindertehuis, robin, met mentale problemen, anna die haar zeehond openscheurt. Maar naarmate het boek verder gaat, leer je annas unieke manier van dingen bekijken beter begrijpen en wen je er aan. Er is ook zeker weten heel veel karaktergroei aanwezig in het boek. Ze heeft eerst niet goed door wat ze aan het doen is, maar later word elk dingetje steeds duidelijker voor haar. Ze analyseert alles heel mooi. Vergelijkt de meeste dingen met wat anders, zodat je niet alleen de ruimte goed voor kan stellen, maar ook welke herinneringen er aanwezig zijn en hoe dat weer effect heeft op anna en haar beslissingen.

Ik vond het heel heftig dat barry doodging. Wat me wel opviel is dat anna het wel erg vond, maar je verder niks las over hoe ze huilde. Meer over hoe haar hoofd maar doorging. Dat vond ik zowel passend als een beetje vreemd. Het paste goed bij hoe anna was. Niet blijven stilstaan om te huilen, maar doorgaan en in de tussentijd rouwen. Nu weet ik niet of dit heel realistisch is, of een echte persoon dit wel zou kunnen.

Het laatste hoofdstuk vond ik heel bevrijdend, omdat er op dat moment veel goedkwam voor anna. Ze kreeg een briefje over haar moeder die haar wel miste, en leerde deze een beetje beter begrijpen. Dan was er nog robin, die dus wel van haar hield, en haar broer, waarmee haar band nogsteeds sterk was, ondanks de afstand. 

De laatste paar zinnen duikt ze in de fontein. Hierbij komt ze weer boven, en zegt ze “het word makkelijker als je het vaker doet.” Hierbij bedoelt ze niet het springen in de fontien zelf.

Nu weet ik niet of dit duid op de verdikkende lucht, waardoor ze moeilijker kon ademen elke keer als ze aan robin of huize landvoorzan dacht. Of dat het duid op haar metafoor over mensen die in het zwembad liggen; dobberd, klimmend of baantjes trekkend.

Of misschien bedoelt ze gewoon zichzelf in het diepe gooien, en kijken wat er gebeurd.

Dit is voor mij een mysterie. Misschien kan het allemaal wel.

 

Informatie schrijver

Jowi Schmitz schrijft behalve journalistieke artikelen ook boeken, zowel voor volwassenen als voor kinderen. Ze begon met twee romans voor volwassenen Leopold en Kus van je zus (bij uitgeverij Cossee) en publiceerde in 2012 haar eerste kinderboek.

Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doen (uitgeverij Lemniscaat) werd bekroond met de Vlag en Wimpel en de Duitse Luchs Preise.

Een jaar later verscheen de kinderthriller Schat onder de stad (uitgeverij Leopold). Vervolgens schreef ze het boek Te vroeg geboren. Dagboek over mijn zoon, bekroond met de Inktslaafliteratuurprijs 2014 (uitgeverij Cossee), en Nooit nooit nooit meer aan de wal, (Lemniscaat) een non-fictieboek over de bijzondere bootbewoners van Amsterdam, omdat ze zelf ook op een boot woont.

Ze maakte twee Avi boekjes (7+) op rijm, over het jongetje Stan dat bevriend raakt met een bende rovers (Uitgeverij Kluitman). En vorig jaar verscheen haar Young Adult boek, over een meisje dat wegloopt om de vrijheid te veroveren; Weg.

Verder heeft ze aangeboren discipline, twee kinderen (wat dus enorm handig is) en heel veel toekomstdromen, die allemaal iets met schrijven te maken hebben. Ze woont op een boot bovenop de Piet Heintunnel en de lente maakt dat ieder jaar weer de moeite waard.

http://jowischmitz.nl/home/