boekverslag alles wat er was
Samenvatting
Merel (28), tv-redactrice, is op een zondagmiddag met enkele leden van de crew in een schoolgebouw om opnames te maken voor een serie over talent. Dit keer is de hoofdrol voor Joerie (8), een slim jongetje met grote wiskundige aanleg. Behalve Merel bestaat de tv-ploeg uit Barry (redacteur), Leo (presentator) en Lotteke (cameravrouw). Joerie wordt gesteund door zijn moeder (Natalie) en onderwijzer (Kaspar). Ook is er nog een conciërge aanwezig, Kaylem.
De opnames zijn nog maar net begonnen of er klinkt buiten een enorme knal. Kort daarna wordt via de tv geïnstrueerd om ramen, deuren, luxaflex en gordijnen te sluiten, niet naar buiten te gaan of zelfs naar buiten te kijken en nadere mededelingen af te wachten.
Lotteke negeert de voorschriften: ze wil haar tweejarig zoontje niet aan de zorg van zijn vader toevertrouwen en besluit al een paar uur na de knal weg te gaan. Barry, die haar tot de deur begeleidt, vertelt de anderen dat hij buiten een ondoordringbare dikke mist heeft gezien.
De overigen schikken zich. Ze maken een rondgang door de school om voedsel te verzamelen. Omdat kinderen 's middags warm eten op school, valt de hoeveelheid niet tegen. Merel vindt in een van de laatjes een vrijwel lege agenda van Melissa uit groep 4 en besluit die te gebruiken als dagboek.
Er is elektriciteit, verwarming en water. Tv-ontvangst, internetverbinding en contact met de buitenwereld zijn niet mogelijk. In de bibliotheek zijn volop kinderboeken. Op initiatief van de praktische Kaspar wordt de voedselvoorraad gerantsoeneerd en worden de klaslokalen zo verdeeld dat ieder een eigen lokaal heeft. Ze besluiten de porties langzaam af te bouwen, zodat er voor negen weken te eten is.
Gaandeweg verandert de sfeer, onder andere door het soms uitvallen van elektriciteit en verwarming, en door honger, verveling, wantrouwen en spanningen: Merel trekt op met Barry én Leo, de homoseksuele Barry met Leo, Natalie met Kaspar. Als Natalie 's nachts bij Kaspar is, voelt Joerie zich 'verraden' door twee van zijn dierbaren. Daarom zoekt hij soms zijn toevlucht tot Merel, wat tot spanningen leidt als Natalie daar achter komt. Leo lijkt het meest constant in zijn gedrag, hij sport elke dag en bewaakt de routine.
Merel vindt op dag 21 in de vuilnisbak een leeg buisje 800 mg Halopax (antidepressivum). Ze beseft dat het moet zijn van iemand die onder grote psychische druk staat. Ze neemt Barry in vertrouwen, maar die zegt van niets te weten. Ze vragen zich af van wie de pillen kunnen zijn.
Vanaf dag 31 is er geen elektriciteit en verwarming meer. 's Nachts houden ze hun kleren aan. Merel masturbeert geregeld om zich seksueel te ontladen en het warm te krijgen.
Op dag 50 vindt er een vreselijk ongeluk plaats. Natalie heeft de nacht weer eens bij Kaspar doorgebracht en Joerie is naar Merel gegaan om zijn moeder jaloers te maken. Joerie vraagt of Merel wil meedoen met het 'mattenspel' (p. 133): met een mat van de trappen roetsjen. Merel weigert, vindt het te gevaarlijk, maar doordat ze de mat per ongeluk een extra zetje geeft terwijl Joerie die nog vastheeft, sjeest hij met een noodvaart de trappen af en raakt gewond. Zijn situatie blijkt ernstig. Zijn gebroken arm raakt ernstig geïnfecteerd en Kaspar besluit de arm te amputeren. Natalie geeft Merel de schuld van het ongeluk en trekt met Kaspar één front tegen de anderen. Als Merel enkele dagen daarna tevergeefs probeert een bloedvlek van de trap te verwijderen, vindt ze opnieuw een leeg medicijnkokertje. Ze laat het Barry zien en opnieuw vragen ze zich af van wie het afkomstig is.
Vier dagen na het ongeluk meldt Kaspar dat hij met Natalie en Joerie zal vertrekken. Natalie verzoent zich uiteindelijk met Merel, nadat ze eerst onomwonden heeft gezegd hoe ze over haar, Barry en Leo denkt (p. 154-155). Bij hun vertrek ziet Leo dat Joerie dood is.
Merel zoekt steeds vaker het gezelschap van Leo en heeft seks met hem. Maar Leo heeft ook af en toe seks met Barry.
Intussen is de voedselvoorraad zo geslonken dat ze besluiten om niet alleen om de twee dagen één dag te vasten, maar ook het hele weekend niets meer te eten. Ze vermageren flink en hun krachten nemen steeds verder af.
Op 12 november, de 72ste dag, wordt Merel 29. Ze wordt verrast door Barry en Leo, die 'taart' voor haar hebben gemaakt van een hyacint in de lerarenkamer. Kaylem nodigt haar uit in zijn lokaal, die hij heeft volhangen met tientallen zelfgemaakte kettingen. Ze mag er als cadeau een uitzoeken. Hij vertelt haar over zijn verleden als vluchteling.
Merels menstruatie blijft uit en ze voelt een vreemde buikpijn die niet overgaat. Ze laat zich masseren door Barry. Die laat doorschemeren dat hij weet van haar nachtelijke seks met Leo en dat hij van Leo houdt, ook soms met hem vrijt, maar weet dat Leo niet van hem houdt. Uit frustratie masseert hij Merel zo hardhandig dat hij haar bijna keelt. Als hij doorheeft wat hij aan het doen is, stopt hij geschrokken en verontschuldigt zich.
Voor Barry is alles zinloos geworden. Hij eet en drinkt niets meer en schrijft Merel, die hem liefdevol verzorgt, een afscheidsbrief, waarin hij onder andere meedeelt dat hij niet degene is die de pillen slikt. Ze laat Leo de brief lezen en die zegt dat hij al eerder een brief van Barry heeft gekregen. Op uitdrukkelijk verzoek van Barry wil hij die niet aan Merel laten lezen. Maar ze weet hem die te ontfutselen en leest wat ze al weet: dat hij verliefd is op Leo en beseft dat Leo gekozen heeft voor Merel.
Dag 91. Merel beseft dat ze zwanger is van Leo en richt zich in haar dagboek nu rechtstreeks, in de tweede persoon, tot haar ongeboren kind. Ze vertelt over 'de oude situatie' (p. 236), onder andere over de zelfmoord van haar moeder en haar eigen zoektocht naar ware liefde.
Op dag 105 voelt Merel zich zo verward, dat ze twijfelt aan haar geheugen. Als een bezetene bladert ze terug in haar agenda, zo wild dat de blaadjes loslaten, omhoogschieten en als vaantjes aan het plafond blijven hangen.
Op dag 106 sterft Barry. Merel is er zo door van slag dat ze drie dagen achter elkaar slaapt. Als ze wakker wordt en Barry's lijk onder een laken inspecteert, ziet ze dat zijn benen ontbreken. Kaylem blijkt Barry's bloed te hebben afgetapt, zijn benen te hebben afgesneden en er met Leo een maaltijd van te hebben bereid.
Op een nacht verschijnt Kaylem in Merels lokaal, op zoek naar haar dagboek. Als hij het heeft gevonden, bladert hij er in, scheurt er blaadjes uit, 'zodat data kwijtraken' en schudt ze 'als pokerkaarten' (p. 263). Merel ziet Kaylem nu als 'de dader' (p. 264), de bron van alle ellende, en besluit wraak te nemen. Ze wurgt hem in zijn slaap met de ketting die ze van hem voor haar verjaardag had gekregen. Met Leo eet ze van zijn vlees.
Op dag 124 onthult Leo dat de pillen van hem zijn: hij is er tijdens een reis in het extreme North Dakota verslaafd aan geraakt: ze maakten hem evenwichtiger en zorgden ervoor dat hij elke lastige situatie aankon. Toen hij in de school aankwam, had hij vijf buisjes bij zich – er zijn er nog drie over.
Op dag 145 schrijft Merel dat Leo acht dagen geleden de school heeft verlaten: als hij niet zou gaan, zouden zij en haar baby het niet redden. Er zijn nu vijf lege kokers: zij heeft alle pillen in één keer doorgeslikt. Ze weet nu zeker dat ze lang en diep zal slapen. Ze droomt dat ze met haar kind North Dakota doorkruist, de auto parkeert en haar kind door de voorruit sterren aanwijst.
Onderwerpen
Alles wat er was is een postapocalyptische psychologische roman, die draait om de vraag wat er gebeurt als alles wat er was, er na 'de knal' (onder andere p. 15) niet meer is. Wat doen de overlevenden in zo'n situatie? Hoe overleven zij? Welke hoop koesteren zij nog?
De roman laat zien wat mensen doen in een extreme situatie, waarin zij voor lange tijd in een totaal isolement zijn beland, toont welke gedragsveranderingen er plaatsvinden en hoe illusies langzaam uitdoven.
'Alles wat insluit, sluit uit. Dat weet iedereen' (p. 188). Het opgesloten zitten in een schoolgebouw houdt in dat mensen buitengesloten zijn: afgesneden van de wereld waarvan ze eens deel uitmaakten, onwetend of er nog andere overlevenden zijn en of ze ooit gered worden. Maar ook binnen het gebouw worden mensen buitengesloten: de tv-ploeg komt steeds meer tegenover Kaspar en Natalie te staan; Natalie sluit haar zoon Joerie uit door haar relatie met Kaspar; Barry raakt geïsoleerd door zijn hopeloze liefde voor Leo en diens relatie met Merel; Kaylem wordt door iedereen buitengesloten, mede omdat hij een vluchteling is en alleen Engels spreekt.
De spanningen tussen de geïsoleerden, angst, jaloezie, wantrouwen, leugens, manipulaties, honger, nemen gaandeweg zulke extreme vormen aan, dat sommigen volledig ontsporen, zich overgeven aan kannibalisme of zelfmoord plegen.
De geïsoleerden vallen terug op oerinstincten. Op de eerste plaats: de wanhopige drang om te overleven, voedsel te vinden, actief te blijven. Op de tweede plaats: behoefte aan intimiteit, seks en liefde. Merel gelooft niet in romantische liefde, maar benadert liefde wetenschappelijk, ze ziet het als een chemisch proces in de hersenen, vergelijkbaar met verslaving (p. 237-238).
Titel en motto’s
De romantitel slaat op de situatie vóór de knal, op 'de oude situatie' (onder andere p. 30, 236). Verschillende keren blikt Merel terug naar die oude tijd. Toen was 'alles er nog' (p. 22), scheurde je blaadjes van een kalender voor weer een nieuwe dag (p. 30), geloofde je in de kracht van internet, verstuurde je berichtjes, bekeek je foto's en filmpjes, smachtte je 'steeds vaker naar andere zaken' (p. 32), reden er auto's, ruisten bomen, krijsten vogels (p. 45), was iedereen 'met de toekomst bezig. Altijd. Overal' (p. 116).
Toch zijn Merels gedachten aan 'alles wat er was' verre in de minderheid vergeleken met haar gedachten over de 'nieuwe' situatie, waarin alles op z'n kop is gezet en normen en waarden drastisch zijn veranderd (zie ook de paragraaf 'Thematiek').
opbouw
De roman telt vijf niet-genummerde en titelloze delen, die zijn gemarkeerd door een grafisch rechthoekig zwart-witkader met een wisselend aantal binnenkaders. Zulke kaders sieren ook de romanomslag. Opmerkelijk is dat het kader van het laatste deel geen binnenkader heeft, alleen maar leeg wit is daarbinnen: een symbool voor Merels uitzichtloze isolement.
In deze vijf delen staan de dagboeknotities van Merel, niet-chronologisch, beginnend met 'DAG 91' en eindigend met 'DAG 145'. Omwille van de overzichtelijkheid zetten we de verschillende dagen in de vijf delen wél chronologisch:
- eerste deel, p. 5-54: dag 5, 7, 11, 13, 91, 92, 95;
- tweede deel, p. 55-119: dag 21, 22, 23, 24, 29, 31, 93, 96, 105, 136;
- derde deel, p. 121-174: dag 41, 50, 53, 54, 55, 57, 94, 107;
- vierde deel, p. 175-248: dag 70, 72, 79, 84, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 106, 129, 135;
- vijfde deel, p. 249-284: dag 97, 108, 109, 110, 111, 115, 118, 120, 124, 130, 131, 132, 145.
Opmerkelijk is dat er slechts 52 beschreven dagen zijn (circa 36%), dat de dagen alleen in het derde deel chronologisch staan (Merel is dan nog redelijk stabiel), dat ze sterk wisselen van lengte (soms enkele regels, soms bijna tien pagina's, misschien door Merels wisselende stemmingen) en naar het einde toe steeds korter, fragmentarischer en chaotischer worden (parallel lopend met haar toenemende verwarring). Ook valt op dat er enkele series van aaneengesloten dagen worden beschreven, waarop steeds een belangrijke gebeurtenis centraal staat: dag 21 t/m 24 (over medicijnenkokertjes); dag 53 t/m 55 (over Joeri's ongeluk); 98 t/m 104 (over Barry's laatste dagen); dag 108 t/m 111 (over moord op Kaylem); dag 130 t/m 132 (drie luchtige gesprekjes tussen Merel en Leo).
Voor de chaotische structuur zijn drie verklaringen: Merels desoriëntatie, haar wild bladeren in de agenda, waardoor blaadjes naar het plafond schieten (dag 105), en Kaylems scheuren en schudden van de blaadjes (dag 110).
Er is een belevende ik-verteller (Merel), die doorgaans in de onvoltooid verleden tijd haar dagboekrelaas doet. Ze richt zich tot een denkbeeldige 'je', haar toekomstig kind, voor het eerst op dag 91, als ze weet dat ze zwanger is (van Leo): 'Ik had het net over vakantie. Misschien begrijp jij dat niet' (p. 9). Door haar steeds toenemende verwarring is het vertelperspectief niet betrouwbaar: bepaalde gebeurtenissen kunnen hallucinaties zijn.
Een jaartal wordt niet genoemd. De vertelde tijd is 145 dagen. Merel merkt op dag 72 op dat het 12 november is en ze jarig is. Hieruit kan worden afgeleid dat dag 1 op 2 september valt en dag 145 op 24 januari. Vanwege de genoemde moderne communicatiemiddelen (Facebook, iPad, Twitter) gaat het om een actueel verhaal.
Ook de locatie wordt vaag gehouden: er is sprake van 'een' schoolgebouw, 'ergens' in Nederland. Er is sprake van een belangenruimte: acht mensen zijn opgesloten in een volledig van de buitenwereld afgesloten ruimte, die als een 'snelkookpan' gaat broeden en gisten.
personages
Achternamen van de acht personages worden niet genoemd. Merel (28) is tv-presentatrice. Ze is verwekt door het zaad van een donorvader. Haar moeder is bewust ongehuwd en pleegt zelfmoord. Merel is aanvankelijk een nuchtere, stabiele, zelfbewuste vrouw, maar valt gaandeweg ten prooi aan de extreme omstandigheden, gaat hallucineren en pleegt uiteindelijk zelfmoord (hoewel ze zwanger is). Volgens Natalie houdt Merel zich teveel afzijdig, heeft ze geen mening, verstopt ze emoties, is ze maar bezig met schrijven terwijl ze van wezenlijke zaken niets weet (p. 154).
Leo is een intelligente, sportieve, populaire, charismatische tv-presentator. Hij is een ex-topbasketballer, heeft als model in homobladen gestaan, en stelt in zijn vrije tijd bundels met Amerikaanse korte verhalen samen. Hij is sociaal, lijkt de meest stabiele, volgt elke dag in het schoolgebouw zo veel mogelijk vaste patronen, maar speelt volgens Merel een rol (p. 78) en blijkt zijn evenwicht vooral aan kalmeringspillen te danken te hebben. Hij is bepaald niet trouw (vrijt zowel met Barry als met Merel) en deinst er niet voor terug om het kannibalisme te organiseren. Volgens Natalie is Leo een narcist (p. 155).
Barry is tv-redacteur, een aardige, sociaal voelende homoseksueel, met een hopeloze liefde voor Leo. Volgens Natalie is Barry louter charmant, schattig en grappig, een hypocriete allemansvriend (p. 155-156).
Natalie is de moeder van de achtjarige Joerie. Hoewel ze getrouwd is met Erik, gaat ze vreemd met Kaspar, terwijl ze weet dat ze daardoor Joerie buitensluit. Ze observeert scherp, wat blijkt uit haar visie op Leo, Barry en Merel (p. 154-155).
Joeri is landskampioen op de landelijke Rekenbiënnale. Hij is volgens Merel geen wonderkind: zijn vader heeft hem iedere dag getraind met vier uur hoofdrekenen.
Kaspar is de onderwijzer van Joerie. Hij ergert zich zichtbaar aan de volgens hem te veel lanterfanterende Leo en Barry en probeert met praktische zaken (zoals reparaties en voedselschema's) het hoofd te bieden aan de slechte omstandigheden.
Kaylem (28) is conciërge en schoonmaker. Hij is gevlucht uit een niet met naam genoemd land, is via Frankrijk in Nederland terechtgekomen en heeft veel hinder ondervonden van discriminatie. Artisticiteit houdt hem op de been: muziek, zingen en kettingen maken.
Taal en stijl
De stijl is vlot en sober. In een interview ( De Twentsche Courant Tubantia, 2 februari 2013) merkt de auteur in dit verband op: 'Niet oppervlakkig, maar simpel. Geen tierlantijnen. Met weinig woorden veel zeggen. Dat vind ik mooi. Ik wil ook toegankelijk zijn. Ik wil niet dat mijn lezers verstrikt raken in de taal.'
Dat 'sobere' blijkt vooral uit wat Merel, de vertelster, niet zegt, waardoor er voor de lezer genoeg te raden overblijft, zoals: wat heeft de knal veroorzaakt, zijn zij de enige overlevenden, hoe gaat het verder met degenen die het gebouw verlaten, in welke mate zijn Kaylem en Leo schuldig aan het kannibalisme, en hoe loopt het af met Merel en haar ongeboren kind?
Merel formuleert haar gedachten graag in aforismen, zoals: 'Het gaat er niet om wat je doet. Het gaat er om wat mensen geloven dat je doet' (p. 26); 'Je merkt pas wat afwijkt wanneer je weet wat normaal is' (p. 67).
Ondanks (dankzij?) de 'kaalheid' vallen creatieve vergelijkingen op. Zo begint Merel dag 106 met een plastische beschrijving van haar vrucht: 'Vannacht had je tentakels: al je noppen kleefden aan me, mijn maagwand werd er rood van. Even zat je vastgezogen, een zeester aan aquariumglas. Toen gleed je plots omhoog, via mijn buik mijn slokdarm in. Ik zag het in de spiegel, een bobbel boven mijn ribbenkast,: een slang die zijn prooi verorbert, ik de kousenbandslang, jij de muis, ik slikte je alleen niet in, maar uit. En stikte zowat toen je mijn keel bereikt had' (p. 247).
Spanning speelt een grote rol. Die wordt bereikt door het prikkelen van de nieuwsgierigheid van de lezer (zie hierboven), het beschrijven van spannende gebeurtenissen (knal, tegenslagen, kannibalisme, zelfmoord) en de structuur (het door elkaar husselen van de dagen).
Tot slot noemen we de columnachtige observaties van Merel over bijvoorbeeld het belang van internet, sociale media, liefde, BN'ers en populariteit.
Naar: http://uittrekselbank.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee/detail?tek_id=437671
Informatie over de schrijver
Hanna Bervoets is schrijfster, columnist en journalist. Ze studeerde de master Journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Bervoets publiceerde verschillende reportages, columns en verhalen in o.a. Volkskrant Magazine, Marie-Claire en Elsevier Thema. Daarnaast schreef ze boeken: in 2009 debuteerde ze met 'Of hoe waarom' en werd ze uitgeroepen tot Debutant van het Jaar door de HvA. Haar tweede roman 'Lieve Céline' (2011) werd verfilmd en bekroond met de Opzij Literatuurprijs. In 2013 verscheen 'Alles wat er was', dat uitgroeide tot een bestseller. Hanna’s vierde roman 'Efter' (2014) bereikte de longlists van de Gouden Boekenuil en de Libris Literatuurprijs, en de shortlist van de BNG Literatuurprijs. Ook van deze roman zijn de filmrechten verkocht. In 2015 werd Bervoets opgenomen in de bloemlezing De Nederlandse literatuur van de 21e eeuw, waarin Wim Brands een keuze maakte uit de in zijn ogen interessantste auteurs van ons taalgebied. Haar roman Ivanov (2016) won de BNG Bank Literatuurprijs 2017.
Sinds het najaar van 2015 is Bervoets één van de vijf vaste televisierecensenten van de Volkskrant.
In februari 2017 ontving Hanna Bervoets de Frans Kellendonk-prijs. Deze literatuurprijs wordt eens in de drie jaar toegekend voor een auteur met originele kijk op maatschappelijke of existentiële problematiek.
Naar: https://dewerelddraaitdoor.bnnvara.nl/gasten/hanna-bervoets
Mijn mening
Alles wat er was – een boek waar ik meerdere keren veel over gehoord heb. Ik begon met lezen, en het intrigeerde me meteen. Eerst was dit om het feit dat het om iets futuristisch ging, en er niet zo veel boeken zijn over wat er nou echt zou gebeuren bij een appocalipse van elke soort. Naderhand ging dit ook deels over op het karakter, merel. De manier van denken kwam me bekend voor. Vaak heb je mensen die impulsief zijn. “mijn gevoel zei dit en daarom deed ik het.” Merel is de andere persoon. De persoon die alles analyseert, over alles nadenkt. Dit is heel interessant. Want vaak tijdens een gesprek, zeggen mensen wel eens dingen waar ze iets heel anders mee bedoelen dan het woord oorspronkelijk zou betekenen. Merel ziet dit heel helder. Dat vind ik ook fijn lezen. Het was op deze manier heel makkelijk om te overzien wie wat op welke manier bedoelde, je hoefde er niet zelf naar te vissen.
De laatste paar hoofdstukken vond ik heel heftig. Het was heel goed beschreven hoe merel veranderd in haar manier van doen, overgaat naar overlevingsstand om het zo maar te zeggen. Dit gebeurt naar mijn gevoel vooral als ze er achter komt dat ze zwanger is. Maar je merkt ook dat het mentaal aan het einde steeds minder goed met haar gaat, in haar hoofd. Steeds vaker gebruikt ze vreemde vergelijkingen, steeds vaker bekijkt ze dingen op een andere manier, om maar niet onder ogen te hoeven komen hoe erg de situatie uit de hand gelopen is, hoe erg ze van zichzelf vind dat ze bezig is.
Wat heel tricky was, was denk ik het kannibalisme. Je wil niet dat merel, Barry, of wie dan ook sterft aan verhongering of bijwerkingen daarvan. Maar aan de andere kant gaat kannibalisme in tegen elke norm en waarde die de meeste mensen bezitten. Dat gevoel was heel sterk en ik denk dat merel er ook op deze manier in stond.