2. Model

Regels en omgeving

Voor een simulatie kan functioneren, heeft deze dus een set regels en een omgeving nodig. Een dergelijke set regels en omgeving heet een model.

Een model is een representatie van de werkelijkheid. In het voorbeeld uit 1. simulatie bestaat het model onder andere uit gegevens over de manier hoe de krachten worden doorgerekend op iedere balk en het gewicht en de snelheid van de vrachtwagen. Verder hoort de hoogte van het landschap ook bij het model.

Versimpeling werkelijkheid

Een model is altijd een versimpelde versie van de werkelijkheid.  Niet alle uiterlijkheden en niet alle eigenschappen van de werkelijkheid worden in het model verwerkt.

Een goed model is essentieel

Goede modellen zijn essentieel voor simulaties, zij verschaffen namelijk de basis: het is de omgeving waarin de simulatie zich bevindt. Zonder regels en omgeving kan de simulatie niet functioneren, want dan kan de simulatie niet de regels 'toepassen' op de situatie die je wil nabootsen. Bijvoorbeeld:

Op de afbeelding zie je een voorbeeld van een model: een modeltrein. Uiteraard geen volledige verkleinde werkelijkheid maar een versimpelde. Zo zit er geen miniatuurmotortje in de bus en kunnen de mensen die je ziet staan niet bewegen.

Voor een modelspoorbaanenthousiast is dat geen enkel probleem. Zo iemand is namelijk geïnteresseerd in het maken van spoorwegemplacementen, het ontwerpen van dienstregelingen en het zorgen dat verschillende treinen op dezelfde rails kunnen rijden zonder met elkaar in botsing te komen of te ontsporen. Hij wil weten hoe hard iedere trein kan rijden, hoeveel iedere locomotief kan trekken, hoe hard een trein een bocht kan nemen en ongetwijfeld nog een groot aantal andere eigenschappen.  De bus en de voetgangers zijn voor hem 'aankleding': ze spelen verder geen rol bij zijn simulatie,

Maar stel je nu eens voor dat een dergelijk model zou moeten dienen om het gedrag van mensen bij overwegen te simuleren. Je hebt nu niets meer aan een stilstaande bus en vastgelijmde voetgangers. De bus en de voetgangers moeten een actieve rol gaan spelen bij de simulatie en het model zal daarop moeten worden aangepast.

Het bepalen van welke aspecten van de werkelijkheid onderdeel gaan uitmaken van je model en welke aspecten je kunt weglaten is essentieel voor je simulatie. Fouten in je model kunnen dus leiden tot heel andere conclusies bij het simuleren.

Om bij bovenstaand voorbeeld te blijven: met een niet rijdende bus en voetgangers die niet kunnen bewegen is iedere spoorwegoverweg even veilig.