Nu je in E2 de belangrijkste parameters hebt bepaald is het tijd om het model ook echt te gaan bouwen.
Open het programma NetLogo.
Als het goed is, is er nu al een leeg model te zien. Bovenin zie je drie tabbladen: Interface, Info en Code.
Bij het tabje 'Interface' ga je het model laten zien aan de gebruiker. In het zwarte vierkant zal het model worden uitgevoerd en worden gevisualiseerd. In dit geval zullen hier straks dus de schapen en wolven rond rennen. In het witte gedeelte is nog plek voor knoppen, schuifbalkjes, grafieken, ect. Dit geeft de gebruiker de mogelijkheid nog dingen in te stellen en het model beter af te lezen.
Onder het tabje 'Info', kan informatie over het model worden geplaatst. Dit is vooral handig wanneer je je model aan andere laat zien. Zo kunnen zij precies begrijpen wat je hebt gedaan en wat het model doet.
Onder het tabje 'Code' komt de uiteindelijke code voor het model. In deze code vertel je het programma wat hij moet doen, om tot de uiteindelijke simulatie te komen. Deze code lijkt al een beetje op wat je gewent bent in de informatica lessen te doen, alleen dan net even anders. Daarom zullen we ook stap voor stap uitleggen wat je moet doen.
Aan de slag
Je begint met de eerste instelling van het model in de code te typen
Uitleg:
Met behulp van een ' ; ' kun je opmerkingen plaatsen achter en code. Dit is zinvol om voor jezelf, maar ook voor andere de code leesbaar te houden.