Opdracht 1:
De lucht zit vol met verschillende kleine geurdeeltjes. Deze deeltjes komen in de lucht omdat ze verdampen van een stof. Zo komen de verschillende geurdeeltjes van deze erwtensoep in de lucht.
Als we ademhalen met onze neus komen de geurdeeltjes ook in de neus terecht. En bovenin onze neus zitten de reukorganen. De reukorganen zitten niet in het vlezige gedeelte van je neus dat je aan de buitenkant ziet, maar in je gezicht net onder je ogen. In ons reukorgaan zitten wel 30 miljoen reukcellen en met die 30 miljoen reukcellen kunnen we wel 10 duizend verschillende stoffen ruiken. Elke reukcel heeft 10 tot 20 lange dunne haartjes ook wel cilia genoemd. Deze haartjes zitten vast in een waterachtig slijmvlies. De geurdeeltjes in de lucht lossen op in het slijmvlies en prikkelen de haartjes. Deze haartjes geven de prikkel door en via de zenuwen komt ze terecht in de reukkolf.
Daar wordt de prikkel via de reukzenuw doorgegeven naar het reukgedeeltje in onze hersenen en nemen we de geur waar. In dit geval ruiken we erwtensoep.
Onze reukzin is sterk gekoppeld aan onze emotie. Het roept vaak herinneringen en gevoelens op. Bijvoorbeeld bij erwtensoep kan je denken: lekker en bij spruiten:bah vies.
De reukzin is van alle zintuigen het gevoeligst voor gewenning. De meeste geuren kunnen een halve minuut nadat ze zijn ontdekt niet langer worden waargenomen. Dat is maar goed ook want onze neus wordt voortdurend belaagd met allerlei verschillende geuren.
Opdracht 2. - Deze kan je overschrijven van het plaatje
Opdracht 3.
Ruiken is een belangrijke functie van de neus.
De neus is ook een deel van de ademhalingsorganen Hierdoor kan je dus ademen!
Verder speelt de neus ook een belangrijke rol bij de stemvorming.
Daarnaast voert de neus slijm en vocht van de neusbijholten en traanvocht af naar de keelholte.