Nu je wat meer weet over verschillende omgangsvormen, kies je een land in Europa (bijvoorbeeld Frankrijk) of buiten Europa en daarvan beschrijf je hoe mensen met elkaar omgaan.
Je schrijft (of typ) hierover een verslagje van één A4.’
Geef voorbeelden over:
Begroeten
Aanraken
Gebaren
Oogcontact
Gebruiken tijdens het eten
Geef ook aan wat de verschillen zijn met Nederland.
Een voorbeeld:
In Nederland geven onbekende mensen elkaar een hand bij een eerste ontmoeting, maar soms geven collega’s elkaar een zoen op de wang als iemand jarig is. In Duitsland zoent men alleen familie en vrienden op de wangen, anderen niet.