Tijdens het eerste leerjaar heb ik mijzelf goed leren kennen. Zoals je het moodboard van leerjaar 1 kan zien zijn er groene, oranje en rode vakjes. De groene vakken zijn dingen die ik goed kon inzien in dat jaar, maar de oranje en rode vakjes zijn dingen waar ik mij de afgelopen 3 jaar in heb ontwikkeld. Door de opdrachten die ik vanuit school moest maken zijn er genoeg dingen naar boven gekomen waar ik tegen aan liep en waar ik mezelf graag in wilde ontwikkelen. Zelf noem ik die opdrachten samengevat een ‘spiegel’ voorhouden. Ik kwam tijdens mijn opleiding achter dat ik handelingen soms anders aan moest pakken. Hoe heb ik dat gedaan? Door mijzelf eerst een tijdje op de achtergrond te houden en contact te leggen met klasgenoten waar ik eerst totaal geen band mee had. Als je mij zou vragen in het eerste jaar hoe ik graag in het laatste jaar van mijn opleiding zou willen zijn, dan zou ik niet zeggen dat dit er uit zou komen.
Mijn positieve karaktereigenschappen zijn:
Mijn negatieve karakter eigenschappen zijn:
Zoals je kan zien zijn er twee eigenschappen bij beide opgeschreven. Dat heb ik gedaan omdat het beide een competentie is en tegelijkertijd ook een valkuil, maar waarom?
Eerlijkheid en perfectionistisch zijn twee eigenschappen die je zowel positief als negatief kan ervaren naar mijn ervaring. Mijn ervaringen die ik met eerlijkheid heb gehad is dat het niet altijd positief wordt opgevat, mensen zeggen altijd dat eerlijke mensen heel fijn zijn, maar als je dan daadwerkelijk ook eerlijk bent kunnen ze daar niet altijd goed mee omgaan. Ergens snap ik het wel want eerlijkheid en directheid komt heel dicht bij elkaar in de buurt. De manier waarop je eerlijk tegen je medemens/medestudent bent ligt aan de manier waarop je iets brengt. Dus is het goed dat ik mijzelf heb ontwikkeld op dat gebied. Hoe weet ik dat ik mijzelf op dat gebied heb ontwikkeld? Ik raakte aan de praat met twee klasgenoten waar ik eerst weinig contact mee had en het wel eens mee botste. Nu we in ons laatste leerjaar zitten komen we er achter dat we het verkeerd aan hebben gepakt en we op dat moment die eigenschappen nog niet goed konden beheersen. Nu kunnen we samen reflecteren op ons eigen handelen en zegt niemand tegen elkaar wat goed of fout is. Je deelt met elkaar wat iemand anders had kunnen doen (positieve feedback). Ik als direct persoon zie dat nu niet als een aanval, maar als een hulpmiddel. Andere klasgenoten willen mij helpen en ik hen.
Wel ben ik mij er van bewust dat mensen een mening over mij ontwikkelen omdat eerlijkheid een eigenschap is die mensen niet altijd kunnen waarderen. Ik lieg als ik zeg dat een mening van andere mensen mij niks doet. Tuurlijk vraag je je bij jezelf af waarom diegene zo denkt en in het begin vond ik het heel moeilijk. Ik ging ik ook echt verhaal bij diegene halen van waarom diegene zo over mij dacht. Dat was toen en nu is nu. Nu snap ik dat mensen een mening over mij hebben en leg ik mij daar bij neer. Ik heb ook een mening over andere mensen want dat is nou eenmaal wat iedereen heeft over een persoon. Het is alleen aan jezelf wat je met die mening doet. Wil je dat diegene je mening te weten komt? Of kan je die mening over diegene achterwege laten en doen waar je op dat moment samen voor aangesteld bent. Op dit moment mag van mij iedereen een mening over mij hebben omdat ik weet dat ik ook een mening heb over andere mensen. Ik hoop alleen dat mijn klasgenoten zien dat ik veranderd ben vergeleken met het eerste jaar. Die harde, directe en vurige Heaven is wel verdwenen alleen als iemand mij om een mening vraagt ben ik heel eerlijk, anders moet je mij niet op mijn mening vragen.
Perfectionistisch zie ik in mijn ogen meer als een valkuil. Je wil eigenlijk alles zelf in handen hebben en zorgen dat het goed loopt. In samenwerkingsverband vertel je je medecollega’s dat alles wel naar mij gestuurd kan worden omdat je dan zeker weet dat alles samen in 1 bestand komt. Tot dat ik op een gegeven moment samen in een groepje werd gezet waar eigenlijk alles op mij aankwam. Deze perfectionist raakte volledig in paniek. Hoe ga ik alles maken en op tijd kunnen inleveren? Als anderen het niet doen dan doe ik het wel want ik wil wel een goed product afleveren. Tot dat iemand mij apart nam en zei dat ik zelf is alles moest laten vallen. Anderen die dan in de gaten krijgen dat ze ook daadwerkelijk iets moeten gaan doen om een product in te kunnen leveren. Geef alles maar is compleet uit handen en kom er dan achter wat de consequenties er van zijn. Er gaat echt niemand dood, het is echt niet dat je ineens je opleiding niet haalt. Tijdens dat samenwerkingsproject heb ik ook echt alles laten vallen en natuurlijk tegen mijn principes in. Aan het eind kwam ik er achter dat ik veel te veel hooi op mijn vork neem en dat totaal onnodig is. Met een stapje minder kom je net zo ver. Ik ben die docent nog altijd dankbaar. Daardoor kan ik zoveel van mij afzetten en in oplossingen denken zonder dat ik de touwtjes in handen heb. Lukt het mij om alles uit handen te geven? Nee, maar ik ben mezelf er wel van bewust dat je niet alles onder controle kan hebben en dat perfectionistisch niet altijd nodig is. En zo kom je bij het kopje ‘stresskip’. Doordat ik dat soort dingen sneller van me af kan zetten is de stress ook veel minder en kan ik me veel meer focussen op de dingen die er echt toe doen.
D1-K1-W1
Samen met mijn klasgenoten hebben wij een opdracht in een spelvorm bedacht. Een aantal weken van tevoren hebben wij aan de klas gevraagd of iedereen twee valkuilen en twee kwaliteiten naar ons wilden sturen via de mail. Wij wilden de groep dichterbij elkaar brengen door de valkuilen en kwaliteiten op het bord te zetten en dan aan de klas te vragen aan wie ze de valkuilen en kwaliteiten zouden koppelen en waarom ze het aan die persoon zouden koppelen.
Aan het eind van de opdracht hebben we de klas om feedback gevraagd. Wat kunnen wij beter doen? Hoe kunnen we het de volgende keer aanpakken? De positieve feedback nam ik in me op en daar kon ik ook echt wat mee. Waarom neem ik die positieve feedback mee? Omdat ik alle dingen die gezegd worden mee kan nemen tijdens een volgende opdracht. De feedback die je hebt gekregen leg je naast elkaar en aan de hand daarvan kan je verder werken.
Ik heb heel erg last van faalangst en vind het daarom verschrikkelijk om iets voor een groep mensen te presenteren. Omdat ik heel bang ben om voor een grote groep af te gaan bereid ik me van tevoren heel goed voor. Zo weet ik wat ik moet zeggen en hoe ik het moet overbrengen. Het fijne van mijn klas is, is dat ze weten dat ik faalangst heb en na die tijd altijd tegen mij zeggen dat ze het niet aan mij konden zien en ik het goed heb gedaan. Daardoor geeft het mij energie om de volgende keer bijvoorbeeld als eerste te starten i.p.v. de weg ernaartoe zenuwachtig te zijn en uiteindelijk als laatste voor de groep te gaan staan. Deze klas waar ik nu in zit voel ik mij helemaal op mijn gemak en vind ik het alsnog eng om te presenteren, maar weet ik dat ze altijd het beste met mij voor hebben.
Tips: Van tevoren een spel organiseren waar de klas elkaar beter leerden kennen. En waardoor de klas de kwaliteiten en valkuilen sneller konden raden en wisten bij wie wat hoorde.
Tops: Goede voorbereiding. De klas leerde elkaar beter kennen door het spel.