4.3.2. Politieke collaboratie

Het VNV

Nadat de Belgische regering in mei 1940 naar Londen was gevlucht, werd haar taak onder Duitse bezetting overgenomen door twaalf secretarissen-generaal. De Vlaams-nationalistische partij VNV had zich voor de oorlog al in fascistische richting georiënteerd en stond nu te popelen om een rol te spelen bij de vestiging van een Nieuwe Orde onder Duits gezag. De partij verbond haar lot met dat van Duitsland en noemde zichzelf expliciet nationaalsocialistisch, om zich van Duitse steun te verzekeren.

Staf de Clercq was stichter van het VNV en een uitgesproken voorbeeld
van politieke collaboratie

De Duitsers, die een lokale verankering zeker konden gebruiken zonder alle bestaande structuren omver te moeten gooien, lieten het VNV oogluikend zijn gooi naar de macht uitvoeren. De posten van de secretarissen-generaal waren natuurlijk heel gewild. In de zomer van 1940 werd VNV’er Victor Leemans benoemd tot secretaris-generaal van Economische Zaken. Daardoor had de bezetter alvast een vlot meewerkende figuur in de economische sector. Andere sectoren volgden. In april 1941 bekleedde VNV’er Gerard Romsée de belangrijke post van secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en tegen eind 1941 waren al acht van de twaalf oorspronkelijke secretarissen-generaal vervangen door collaborateurs. Ook aan het hoofd van verschillende nieuw opgerichte controlediensten, zoals de Nationale Landbouw- en Voedingscorporatie die onder meer instond voor ravitaillering en opeisingen, kwamen Duitsgezinde pionnen te staan.

VNV https://www.youtube.com/watch?v=uvRFvL8N2Qw

Oorlogsburgemeesters

Niet alleen de topposten werden stilaan door VNV’ers ingevuld, ook in de lagere echelons probeerde de partij haar macht uit te breiden. Alle burgemeesters die ‘onbekwaam’ werden geacht of vijandig stonden tegenover de bezetter, konden zonder meer worden afgezet en vervangen door gehoorzamere elementen. Op 7 maart 1941 werd door de Duitsers een Überalterungsverordnung uitgevaardigd. Door deze ‘ouderdomsverordening’ konden alle burgemeesters ouder dan 60 jaar vervangen worden door jongere en ‘daadkrachtigere’ figuren. De verordening was een handigheidje om oudere burgemeesters, die volgens de Duitsers te veel banden hadden met en te zeer beïnvloed waren door de oude, democratische orde, aan de kant te schuiven. De vrijgekomen plaatsen konden dan worden ingenomen door loyale, Nieuwe Ordegezinde burgemeesters. In Vlaanderen zal 70 procent van de burgemeestersambten ingenomen worden door het VNV.

 

De burgemeester van Vilvoorde groet de leden van het VNV

 

Informatiedoorstroming was een van de belangrijkste ‘diensten’ die de Duitse bezetter van de burgemeesters verlangde: de burgemeesters werden geacht informatie over smokkelaars, voedselproducenten die voedsel achterhielden, mogelijke verzetslieden of andere verdachte elementen en vijandig gezinde burgers, Joden en werkweigeraars door te geven aan de Duitsers. Zij zouden vervolgens deze ‘problemen’ oplossen. De Militärverwaltung was voor het uitschakelen van (politieke) tegenstanders immers afhankelijk van de informatie die ze doorkreeg van de laagste politieke echelons. De gretigheid waarmee informatie werd doorgegeven, verschilde van burgemeester tot burgemeester.

Sommige burgemeesters, vaak zij die al voor de oorlog hun ambt bekleedden, waren spaarzaam met hun hulp aan de Duitsers. Burgemeesters met nationaalsocialistische sympathieën waren echter vaak erg kwistig met het doorspelen van bezwarende informatie, zelfs al wisten ze dat de personen in kwestie door de Duitsers zwaar bestraft zouden worden. Mensen die zich niet aan de regels hielden, ook al waren het Duitse regels, werden door de bezetter én door collaborateurs beschouwd als ‘volksvijanden en saboteurs’. De loyaliteit van Nieuwe Ordegezinde burgemeesters lag dan ook bij de Duitse bezetter en niet bij deze ‘vijandige elementen’.​

Oorlogsburgemeesters https://www.youtube.com/watch?v=9J_h-MT5weE