Nauw verbonden met de politieke collaboratie is de militaire collaboratie. De term is zelfverklarend: samenwerking met de bezetter in de vorm van lidmaatschap van militaire organisaties die ingezet worden in het bezette land of aan de Duitse oorlogsfronten.
Na de aanval op de Sovjet-Unie (22 juni 1941) worden in bezet Europa anticommunistische legioenen opgericht. In België ontstaan langs de lijnen van de politieke collaboratie het Vlaams Legioen (VNV) en het Waals Legioen (Rex) die respectievelijk in het kader van de Waffen-SS en de Wehrmacht aan het oostfront worden ingezet. In totaal nemen 10.000 Vlamingen en 8.000 Franstalige Belgen dienst in de genoemde eenheden. Vanaf 1943 melden een 700-tal Belgen, voor het grootste deel Vlamingen, zich voor de Duitse Kriegsmarine.
De laatste Oostfronters https://www.youtube.com/watch?v=ljppEQsYQh0
In België zelf worden er formaties opgericht om taken van het bezettingsleger over te nemen, met name de Vlaamse Wacht en de Garde wallonne. Ze vervullen bewakingsopdrachten en worden ingezet tegen het verzet. Na de bevrijding van België trekken de eenheden naar Duitsland waar de meeste leden ingelijfd worden in de in de Waffen-SS. Circa 8.500 Belgen maken deel uit van hulptroepen van de bezetter. Een deel is politiek gemotiveerd, maar velen nemen dienst om den brode of om aan verplichte tewerkstelling te ontkomen.
