Ook moet duidelijk zijn welke predator het probleem veroorzaakt. Het merendeel van de predatie vindt immers ’s nachts plaats. Als duidelijk is welke predator het grootste probleem is, kun je op zoek naar mogelijke preventieve maatregelen.
Landschap: wat wil de weidevogel het liefst?
De meeste boerenlandvogels zitten het liefst in een open landschap. Dat kun je opvatten als hun natuurlijke anti-predatorgedrag. Het zorgen voor meer open landschap kun je doen door het verwijderen van struikgewas, vrijstaande bomen en hagen.
Dat vergroot het beschikbare gebied voor de vogels en leidt tot een hogere dichtheid aan broedende vogels. Dat kan op zichzelf weer de predatieverliezen verkleinen.
Een hoog waterpeil van het land ontmoedigt ook bepaalde predatoren, zoals bijvoorbeeld de vos en de hermelijn. Zoogdieren betreden en nestelen niet (graag) op nat of overstroomd land.